Gepost op

Over Sinterklaas, Odin en Slecht Weer Vandaag

Zo vlak voor Pakjesavond kan ik het natuurlijk niet laten om een stukje over Sinterklaas te schrijven. En om maar gelijk met de spreekwoordelijke deur in huis te vallen; aanstaande 6 december (we schrijven 2017 hier) is het precies 1675 jaar geleden dat de beste man ons is ontvallen. Hoewel het verhaal niet helemaal vertelt of hij toen ook al wit bebaard was. Waarschijnlijk is hij rond 280 na Christus geboren, in Patara dat in Antalya, Turkije ligt. Destijds hoorde het bij het Romeinse Rijk. Aan de kleine Nicolaas werden vanaf z’n geboorte wonderen toegewezen, zo gaat het verhaal dat hij direct na de geboorte rechtop in zijn badje kon staan. Dit wonderkind, zijn ouders waren behoorlijk religieus, werd uiteindelijk bisschop van Myra. In de 13e eeuw werd zijn naamdag vastgesteld op 6 december en vanaf dat moment verspreidde de Nicolaasverering zich door Europa. Hij was schutspatroon van de zeevaarders en de beschermheilige van kinderen.

Al in de middeleeuwen kwam de heilige op bezoek in de klas, beloonde hier de brave kindertjes en hief zijn vinger naar de luilakken. Bovendien kregen kinderen snoep en koek ter ere van hun beschermer. Op dat moment handelde de Sint nog alleen. Zijn knecht verscheen pas vanaf 1850, nadat onderwijzer Jan Schenkman er een boekje over had geschreven. Hij was overigens ook de eerste die de goedheiligman uit Spanje liet komen, maar das een ander verhaal. Het hulpje had niet meteen een vaste naam; rappadoeli, Nicodemus, Assiepan, Sabbas, Hans Moef, Pikkie en Robbert zijn maar een paar regionale voorbeelden. In 1880 had de Sint al twee knechtjes en na de Tweede Wereldoorlog organiseerden de Canadezen een Sinterklaasfeest met een heleboel pieten en het hek was van de dam.

Meneer Schenkman is in die zin ook verantwoordelijk voor de stoomboot (niet helemaal onlogisch, Sint Nicolaas was natuurlijk wel schutspatroon van de scheepvaart) en voor de outfit van onze kindervriend. De afbeeldingen uit het boekje zorgden ervoor dat de statige oude man met witte baard en haren, rode mijter en mantel de Sint werd die we nu nog kennen.

Odin
Mensen die mijn blog vaker lezen, en dan met name de stukjes over feestdagen, vragen zich misschien af wanneer het over de niet-christelijke geschiedenis van de bisschop gaat. Want ja, ook deze oer-Hollandse traditie heeft een Germaanse tegenhanger. En wel in de vorm van Odin, de oppergod in de Noordse mythologie. Qua uiterlijk zijn er overeenkomsten, statig met een lange baard, staf in de hand en een gouden ring om zijn vinger. De winterwortels en suikerklontjes die je ’s avonds in je schoen stopt voor het paard, hebben wel wat weg van offers voor de goden om ze gunstig te stemmen. En wat denk je van deze: Sinterklaas rijdt ’s nachts op zijn witte paard Ozosnel over de daken terwijl Odin op zijn achtbenige schimmel Sleipnir (Sluipsnel) door de lucht vliegt.

Nog even over dat paard; mijn kinderen groeien op met de naam Ozosnel. Ik weet niet anders dan dat het beestje Amerigo heet. En wat blijkt? Vroeger heette ie Majestuoso (1950-1955), Bianca (1959-1963), Jasper (1986) en zelfs Juan (1987-1989) (geheel in Spaanse stijl). In België heet de schimmel overigens Slecht-Weer-Vandaag. Toen Sinterklaas in 1992 aan Zwarte Piet vroeg hoe het paard heette, had Piet de Sint niet goed verstaan en antwoordde deze met Slecht Weer Vandaag Sinterklaas.

Cadeautjes
Vijf december is het dus pakjesavond, eigenlijk op de avond vóór de speciale dag, net als dat je kerstavond en Koningsnacht viert. En hoe je het ook doet, met een jute zak vol pakjes, met grappige (of ranzige) surprises en gedichten of met een dobbelspel, er zijn sowieso cadeautjes! Waarvoor je weer heel goed terecht kan in mijn webshop 🙂 Deze staat vol met prints, posters, mokken, stickers en schriftjes.

Bronnen: Wikipedia en het boek Wild geraas, van Arnold-Jan Scheer