Gepost op

Over op markten staan

Nog een paar dagen en dan kleurt Nederland weer oranje vanwege Koningsdag. Willem-Alexander viert dan zijn 56e verjaardag én zijn eerste decennium als Koning der Nederlanden. Deze titel is in het huis Oranje-Nassau sinds 1813 doorgegeven van vader op dochter en van moeder op zoon, en al vanaf 1885 vieren we jaarlijks een feestje ter ere van onze koninklijke familie. Hoe dit precies zit kan je lezen in de blog die ik hier in 2018 over schreef 🙂

Even terug naar nu
Thuis brengen we de ochtend waarschijnlijk door voor de tv, kijkend naar de Oranjes en met een dito tompouce. Hopelijk zit het weer een beetje mee, kunnen we in het zonnetje genieten van een drankje met bitterballen en fijn struinen over de vrijmarkt, op zoek naar schatten. 

Zelf heb ik ook wel eens op de vrijmarkt gestaan tijdens Koningsdag, maar tussen de groothandelaren en tweedehands spullen vielen mijn producten een beetje uit de toon, waardoor het bij die ene keer is gebleven. Gelukkig zijn er genoeg markten die beter passen bij mijn kaartjes, mokken en kalenders. 

Denk jij er ook over om met je (zelfgemaakte) spullen aan een (creatieve) markt mee te doen? Probeer dan eerst de markt eens te bezoeken om te kijken of je erbij past. Het zou jammer zijn als je er na uren voorbereiding en tig keer heen en weer lopen naar de auto achter komt dat je jouw doelgroep bijvoorbeeld maar mondjesmaat aanwezig is.

Heb je een markt gekozen? Dan heb ik hier onder wat tips op een rij gezet om van je deelname een succes te maken.

  1. Laat zien wie je bent; zorg dat je merknaam en eventueel logo goed te zien zijn. Hang bijvoorbeeld een spandoek achterin je kraam en leg (visite)kaartjes in je stand. Deze mogen bezoekers dan meenemen voor later en je kan ze meegeven als mensen iets gekocht hebben. Zo weet iedereen wie je bent en kan je, als mensen weer thuis met een kopje thee aan de eettafel zitten, weer online gevonden worden.
  1. Zorg ervoor dat je goed voorbereid op pad gaat en neem een uitgebreide ‘uitrusting’ mee om de kraam klaar voor de verkoop te maken. Denk aan tafelkleden, touw, plakband, punaises, haakjes, scharen (minimaal 2, er is er altijd eentje weg), opladers en eventueel een verlengsnoer. Het is handig om met z’n tweeën te zijn tijdens het sjouwen, op- en afbouwen. Zorg ook voor papieren zakjes en tasjes waar je je producten in kan doen als je iets verkocht hebt en een stoel voor rustige momenten is ook wel fijn.
  1. Probeer al je producten te voorzien van een prijs, zodat mensen in één oogopslag kunnen zien wat iets kost en zo kan iemand gemakkelijk je kraam even waarnemen als je naar de wc moet bijvoorbeeld. Heb je een rek ansichtkaarten staan, dan hoef je niet alle losse kaarten individueel te prijzen, een bordje op de molen is genoeg. Zorg er daarnaast voor dat je voldoende wisselgeld en eventueel een mobiel pinapparaatje hebt. Dit laatste kan je bijvoorbeeld organiseren via Zettle.
  1. Het helpt enorm als je kraam er uitnodigend en overzichtelijk uit ziet. Zet er niet te veel spullen in, anders oogt het misschien druk en weten mensen niet waar ze moeten kijken. Maar je wil ook weer niet te weinig hebben staan 😉 . Verkoop je kleine dingen, zoals sieraden, zorg dan voor wat aankleding en een passende presentatie. Met mandjes, kratjes en houten blokken kan je voor wat speels hoogteverschil zorgen. Probeer ook wat sfeer in te brengen met bijvoorbeeld met lichtjes, vlaggetjes en verse bloemen.
  1. Lach naar iedereen die bij je kraam, zeg vriendelijk hallo en probeer aardig te blijven. Ook al duurt de dag soms lang en zeggen mensen soms (onbedoeld) onaardige dingen over de spullen waar jij zo hard op hebt zitten zwoegen. Lachen houdt het leuk 🙂

Tot slot: soms duurt een marktdag inderdaad lang, zijn er niet zoveel mensen als je gehoopt of verwacht had, komt de regen met bakken uit de lucht en lijkt het bij je buren alsof ze hun spullen gratis weggeven zo druk als het daar is. Dat zal allemaal heus een keer gebeuren (geloof me, ik weet er alles van). En als dat zo is, probeer dan vertrouwen te hebben in je eigen kunnen en denk aan de mensen die wel een glimlach om hun mond kregen toen ze jouw spullen zagen. Eet ’s avonds als je weer thuis bent een bak ijs leeg en ga er de volgende keer weer vol voor.

Want ik heb keer op keer mijn spullen het halve land door gesleept, want in the end is het toch wel heel leuk om met klanten in gesprek te gaan en hun reacties op mijn werk te zien 🙂

Alvast veel succes!

En voor nu een hele fijne Koningsdag!

Gepost op

Over verkopen in winkels

Illustrator zijn vind ik leukste dat er is, of eigenlijk moet ik zeggen; tekenen vind ik het leukste dat er is. Want ‘illustrator zijn’ is heel wat meer dan alleen maar de hele dag lekker tekenen in de zon met een havercappuccino on the side. Was het maar zo’n feest.

Ik heb ervoor gekozen om mijn werk te verkopen in de vorm van stationery en spullen als mokken en kalenders. En dat betekent dat het grootste deel van mijn tijd gaat zitten in het bestellen van kaarten en andere producten, het opsturen van bestellingen, het bijhouden van de administratie, het schrijven van content voor blogs, nieuwbrief en social media, en het zoeken naar nieuwe producten, thema’s etc.

Om mijn spullen ook daadwerkelijk te verkopen heb ik al jaren mijn webshop. En het fijne hiervan is dat ik deze er helemaal zo uit kan laten als ik zelf wil. Klein nadeel is dat maar weinig mensen helemaal spontaan op de site terechtkomen. Dus lang leve Google, Instagram, Facebook en hulde voor nieuwsbrieven (en voor de mensen die zich daarvoor ingeschreven hebben). Via deze kanalen zijn er toch een heel aantal wegen die naar www.studiokvinna.nl leiden. 

Maar ja, hoe gaaf is het als je je eigen producten in een fysieke winkel ziet liggen? Dat je voorbij een etalage loopt in een vreemde stad en dan ineens jouw schriftje met walvis achter het raam ziet liggen. Ik kan je vertellen; dat is heel tof 🙂 Bij deze winkels is dat het geval.

De vraag die gelijk op popt is dan: hoe komt dat schriftje met die walvis dan achter dat winkelraam terecht? Ook hier zijn er weer meerdere wegen om daar te komen.

De straat op
De meest rechte weg is – denk ik – door naar winkels die je aanspreken en bij je passen toe te gaan met een goed gevulde productmap (en up tot date prijslijst) en ze op de man (of vrouw) af te vragen of ze je spullen willen verkopen. Voordeel is dat men je producten goed kan bekijken, nadelen kunnen zijn dat de persoon die over de inkoop gaat niet aanwezig is of dat het om wat voor reden dan ook niet uit komt. Laat daarom altijd een visitekaartje achter, zodat je later ‘terug gevonden’ kan worden. Langs gaan bij winkels heb ik zelf ook gedaan, toen ik nog geen kinderen en wel tijd had. En je hebt er wel wat lef voor nodig. Ik kreeg vaak te horen ‘we hebben al zoveel kaarten merkjes’, zonder dat er echt naar mijn werk gekeken werd. En dat was af en toe best demotiverend. Gelukkig heb ik er ook verkopen aan over gehouden, dus het was niet voor niets.

Een iets minder rechte weg is om deze winkels te benaderen via e-mail, Instagram of Facebook. Dit is een stuk makkelijker, het bespaard reistijd en je loopt niet het risico om recht in je gezicht afgewezen te worden (om vervolgens ergens troost-taartjes te gaan eten). Maar hierbij heb je wel de nadelen dat niet alle winkels even druk zijn met het beantwoorden van dergelijke berichten en dat de ontvanger soms misschien niet de moeite zal nemen om je producten te bekijken. Al kan je met een middagje doorbikkelen wel veel meer winkels benaderen dan door fysiek langs te gaan, en er zijn in mijn ervaring ook echt winkels die hier wel voor open staan en die op deze manier klant zijn geworden.

Winkel vol Winkeltjes
Een andere manier om in de winkelstraten terecht te komen met je gave spullen is door op zoek te gaan naar winkels die winkelruimte verhuren aan kleine ondernemers en ontwerpers. In bijna elke grote stad zijn ze wel te vinden. In Utrecht zit bijvoorbeeld Winkel vol Winkeltjes, waar ik al een tijdje ‘lig’. En in Delft en Rotterdam vind je Voorlopig. Allemaal super leuke winkels met een uniek aanbod. 

Bij dergelijke winkels betaal je dan elke maand een bepaald bedrag en daarvoor mag je een plank, tafel of kaartenrek vullen met jouw producten. Aan het eind van elke maand krijg je je verkopen uitbetaald. En de winkel neemt jouw producten vaak ook mee in de eigen sociale media, waardoor je nog wat extra exposure krijgt voor je merk.

Wel is de ene winkel de andere niet, dus denk goed na voordat je besluit ergens je spullen neer te leggen. Je wil natuurlijk wel je maandelijkse investering ruim terug verdienen. Kijk in de winkel of je producten een beetje passen bij wat er al ligt en hoe het contact met de eigenaar is.

Wholesale platforms
Een ontdekking die ik zelf laatst gedaan heb, is het wholesale platform. Een online groothandel, waar je een profiel aanmaakt en je je producten plaatst, die bezocht wordt door online en stenen winkels vanuit heel Europa, de VS en Canada. Zij plaatsen dan via het platform bij jou een bestelling, die jij dan weer zelf verstuurd.

Door hierop aanwezig te zijn, zijn mijn kaarten nu ook te koop in Atlanta, Canada, Finland en Duitsland. Kan dat nog steeds niet helemaal bevatten 🙂

En mocht het allemaal nergens op uitlopen dan kan je altijd nog overwegen om je eigen winkeltje te openen 🙂 Jouw assortiment, aangevuld met merken en spullen die jij leuk vindt en die je vindt passen bij jouw producten en stijl. Atelier ruimte erbij, goeie koffiemachine, ik zie het wel zitten. Ooit.

Gepost op

Ho ho ho eens even

Ineens is het dan eind december. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat het überhaupt kerst zou worden dit jaar, maar over zes dagen is het al zo ver. En die zes dagen zijn hard nodig want de kerstkaartjes moeten nog geschreven worden, het menu kan nog alle kanten op en de cadeautjes zijn nog niet gekocht, laat staan ingepakt.

Het geven van cadeaus met kerst is al ouder dan Sinterklaas en de kerstman samen. Het stamt zelfs uit een tijd dat kerst nog niet eens bestond! Zowel de Romeinen als de Germanen deden het al. In het oude Rome wisselden ze mooie takken en andere kleine geluksbrengers uit op het feest van zonnegod Mithras. En de Germanen ruilden midden in de winter voedsel met elkaar om het lengen van de dagen, en daarmee de terugkeer van het licht te vieren. Later werden er ook andere geschenken gegeven en kregen slapende kinderen een kleine verrassing van de god Odin.

Daarmee werd gelijk de basis gelegd voor een figuur die niet meer weg te denken is uit onze huidige viering van dit winterzonnewendefeest, de kerstman! Hoewel er meerdere ‘voorvaders’ zijn voor de kerstman, is onze Sinterklaas misschien wel de bekendste. Het feest ter ere van Sint Nicolaas wordt in ons land al sinds de middeleeuwen gevierd. Toen de Nederlanders in de 17e eeuw naar Amerika emigreerden, namen ze deze traditie natuurlijk mee. Afgesloten van de Nederlandse cultuur en onder invloed van onder andere de Britten veranderde er hier en daar wel wat. De naam Sinterklaas verengelste naar Santa Claus en verschillende – fantasierijke – Amerikaanse schrijvers maakten het achtergrondverhaal; een pijprokende beschermer die hoog boven de bomen rijdt; een goedlachse elf die in een slee vol speelgoed wordt voortgetrokken door acht rendieren. In 1860 plaatste illustrator Thomas Nast de kerstman op de Noordpool en het plaatje is compleet.

Fun fact
De rondbuikige, bebaarde, ho-ho-ho roepende man in rood-witte outfit die we nu kennen heeft zijn look te danken aan de slimme marketing mensen van Coca Cola. In 1931 wilde het merk de verkoop uitbreiden naar een jonger publiek, maar mocht het van de toenmalige wetgeving geen kinderen tonen die cola dronken. Dus maakten ze een vriendelijke Santa Claus die het zoete drankje aangeboden krijgt van een stel kindertjes. Inclusief dus een helderrood pak met een witte bontkraag (dé Coca Cola kleuren), naast een grote koelkast vol bruine flesjes en een grote zak vol cadeautjes.

Download gratis cadeaulabels
En over cadeautjes gesproken, heb jij ze al onder de boom liggen? In een mooi papiertje en met een deftige strik? Wat ik namelijk al wel klaar heb, zijn de labels om aan de pakjes te hangen. En omdat het (bijna) kerst is wil ik deze ook met jou delen. Via deze link kan je ze gratis downloaden. Print ze op een stevig papiertje, even met de schaar erlangs, lintje eraan en klaar. Veel plezier ervan!

Gepost op

5 Dingen om te doen met kerstkaarten

Blijkbaar bestaat er zoiets als Christmas card day, iets wat elk jaar op 9 december ‘gevierd’ wordt. Had ik dit geweten dan had deze post twee dagen geleden al online gestaan, maar helaas 😉

Christmas card day is in het leven geroepen om de ‘uitvinder’ van de eerste commerciële kerstkaart (in 1843), de Britse Sir Henry Cole te eren. En natuurlijk om iedereen eraan te herinneren dat de D in de maand is en dat het dus de hoogste tijd is om kerstkaarten te shoppen (bij voorkeur bij kleine, lokale ontwerpers/ondernemers) en aan het schrijven te gaan. Zeker nu kerst er vanwege de coronisatie anders uit gaat zien dan we zouden willen.

En hoe leuk is het om kerstkaarten te krijgen? Het is toch een klein feestje om die gekleurde enveloppen op je deurmat te vinden! De vraag is: wat ga je vervolgens met die kleine cadeautjes doen? Hieronder vind je vijf handige en creatieve tips.

Hang ze op
Hoe traditioneel het ook is, door je kerstkaarten op te hangen aan bijvoorbeeld een touwtje met paperclips, geef je ze gemakkelijk een plekje. Hang er hier en daar een takje groen tussen ter decoratie. En of het nou langs de leuning van trap, in de woonkamer boven de bank of op de deur van de wc is; elke keer dat je erlangs loopt word je even herinnert aan al die lieve wensen en mensen.

De boom in
Wil je je kerstkaarten een wat prominentere plek in huis geven tijdens de feestdagen, hang ze dan in de kerstboom. Maak met een perforator een gaatje in de linker bovenhoek, knoop er een mooi lintje of touwtje aan en decoreer je boom je ermee! Zo maak je je kaarten echt onderdeel van je kerstversiering en ziet je boom er net even wat persoonlijker uit.

Onder een stolp
Eerlijk is eerlijk; de ene kerstkaart is de andere niet. En dit bedoel ik puur esthetisch. Het is dus ook volkomen logisch dat je een favoriet hebt. Wil je deze nou echt een bijzonder plekje geven? Plaats em dan eens onder een glazen stolp. Met wat watten en een paar mini kerstballen maak je er echt een feestje van.

In een diorama
Door van je kerstkaart een diorama te maken, breng je de voorstelling een beetje tot leven (een klein beetje maar 😉 Maak een paar kopietjes van de kaart op dik papier en fröbel er met wat tijd, lijm, extra papier en een diep lijstje een diorama van. Dit kan je ook nog opleuken met lampjes, vondsten uit de natuur of miniatuur spulletjes. Geef em een mooi plekje in huis en laat je diorama lekker het hele jaar staan.

Een boekje
Er komt een moment in het jaar dat de kerstkaarten toch echt opgeruimd moeten worden (Bij mij vaak zo tegen Pasen). Wil je de kans vergroten dat je ze nog een keertje weer bekijkt, maak er dan een boekje van. Maak twee gaatjes in de lange kant van elke kaart en rijg ze aan een mooi lint of touwtje of koop metalen ringetjes. Van een mooi papiertje kan je een voorkant maken. Zo krijg je een mooie verzameling.

Veel plezier ermee!

Gepost op

Warme wijn voor koude dagen

Het is Pakjesavond! Als mijn dochter straks wakker is steken we lekker de open haard staan, staat er op magische wijze ineens een zak cadeautjes voor de deur en gaan papa en mama aan de warme wijn. Ik heb er zin in!

Zodra de temperatuur richting de nul gaat, komt hier de glühwein tevoorschijn. Of in het Nederlands gezegd, bisschopswijn. En zo zijn er nog een paar varianten te benoemen; zo drinken ze mulled wine in Groot Brittannië, vin chaud in Frankrijk, izvar in Roemenië en glögg in Scandinavië. In de basis allemaal hetzelfde drankje waar je lekker warm van wordt en rode wangen van krijgt, maar wel met kleine – regionale – verschillen.

Over het algemeen wordt er rode wijn gebruikt, voorzien van suiker, specerijen als kaneel, kruidnagel en citrusvruchten. In bisschopswijn vind je naast de specerijen alleen sinaasappel, terwijl in mulled wine en glühwein ook andere citrusvruchten gaan, zoals citroen. In glögg stoppen ze, naast bovengenoemde specerijen, gember en natuurlijk kardemom (probeer maar eens iets Scandinavisch te vinden zonder). En voor het opdienen worden er nog rozijntjes en amandelen aan toegevoegd. Onder andere in Frankrijk wordt de warme wijn gezoet met honing en in Roemenië gaat er zwarte peper bij in. In alle gevallen wordt het winterse drankje vaak afgetopt met een beetje cognac, amaretto of andere sterke drank, voor een extra kick.

De gewoonte om warme wijn met specerijen te drinken stamt zeker al uit de middeleeuwen, toen dronken ze hippocras. De legende vertelt dat deze drank werd uitgevonden door de Griekse dokter Hippocrates in de 5e eeuw v.Chr., maar in werkelijkheid komt de naam pas voor vanaf de 14e eeuw. Naast dat het gedronken werd bij banketten als aperitief, werd het door dokters voorgeschreven als medicijn.

Je kunt bij praktisch elke supermarkt (en de IKEA!) flessen kant-en-klare glühwein vinden. Even in een pannetje verwarmen en vooral niet laten koken want dan verdampt de alcohol. Maar je kan er ook wat langer de tijd voor nemen en het zelf brouwen. De specerijen kun je nog aanvullen met steranijs, een beetje peper of wat gember.

In de webshop vind je van dit recept een dubbele kaart met daarbij een kaneelstokje en wat kruidnagels, zo kan de ontvanger zelf aan de slag met het recept. En natuurlijk staan er hier ook een heleboel gezellige (emaille) mokken voor je klaar om de glühwein in te serveren. Leuk als cadeautje voor straks onder de boom!

Fijne avond!

Gepost op

Kinderboekenliefde

Een van de bijkomende voordelen van het hebben van een kleintje vind ik de groeiende stapel prentenboeken in ons huis. Nou moet ik bekennen dat er al een zekere verzameling in mijn kast stond voordat er ook maar sprake was van een baby; nu grijp ik elke gelegenheid aan om de collectie uit te breiden. Want man wat zitten er toch kunstwerken tussen! De verhalen an sich zijn simpel, en dat is logisch want die kleine breintjes moeten het wel kunnen begrijpen. Al gaat het soms wel over de Grote Dingen in het leven. Of er staat helemaal geen tekst in, zodat je je eigen verhaal kan bedenken. Maar de illustraties zijn af en toe om je vingers bij af te likken, de één nog mooier en bijzonderder dan de ander. Ik vind het echt een kunstvorm; kan je zo aan de muur hangen.

Hieronder een aantal van mijn favorieten, eigenlijk allemaal boeken met illustraties zo mooi dat ik ze liever uit de grijpgrage pindakaashandjes van mijn mini houdt. De lijst is niet genummerd maar in willekeurige volgorde. Kiezen is veel te moeilijk 😉

Home van Carson Ellis
Dit mooie grote boek laat zien dat heel veel dingen iemands thuis kunnen zijn. Een huisje op het platteland, een paleis of een schoen. Met mooie, herkenbare, waterverf illustraties in zachte maar niet zoete kleuren. Elke pagina is een feest voor het oog en zet je aan het fantaseren over hoe het er van binnen uit ziet en alle dingen waar mensen en dieren in kunnen wonen.

Waar geluk begint door Eva Eland
Wat een fijn boekje is dit, een beetje filosofisch want het gaat over geluk. Over de ongrijpbaarheid ervan, dat je soms even niet gelukkig kan zijn en dat dat ok is, omdat geluk altijd wel weer een weg vindt. Het kleurgebruik in de illustraties, die het midden houden tussen zeefdruk en potloodtekening, is heel fris en fijn. Zowel qua tekst als tekening leuk als cadeautje voor kleine en grote mensen.

De vos en de ster door Coralie Bickford-Smith
De kaft alleen al; donkerblauw linnen met witte bedrukking. En van de binnenkant maakte mijn illustratiehart een sprongetje. De illustraties en het kleurgebruik spelen een leidende rol in het verhaal, dat gaat over verlies, rouw, loslaten en opnieuw beginnen. Ik wil er eigenlijk niet te veel over zeggen, behalve dan dat je dit echt in de kast wil hebben.

Samen hier van Oliver Jeffers
Dit boek kregen we van een goede vriend toen Annika er nog niet was. De schrijver maakte het vlak nadat zijn zoontje geboren was en ik snap hem helemaal. De boodschap is universeel: ‘Welkom op aarde. Dit kan een verwarrende plek zijn, vooral als je er nog maar net bent. Dit boek kan je gids zijn bij de start van je reis. Je zult zelf nog veel meer ontdekken.’ De illustraties van het universum en alles eromheen zijn fantastisch. Deze man raakt precies de juiste snaar met humor en ontroering (in ieder geval bij mij als verse ouder). Zijn andere boeken, bijvoorbeeld Die eland is van mij, zijn ook zeer de moeite waard.

Alice in Wonderland door Lewis Carroll – illustraties Floor Rieder (of eigenlijk alles geillustreerd door Floor Rieder)
De tekst is het welbekende verhaal met het konijn dat altijd te laat komt, de gekke hoedenmaker en waarin gecroquet wordt met levende flamingo’s. Maar Floor Rieder veranderde Alice van een braaf blond Disney figuurtje in een blauwe jurk in een stoere meid met hoedje, gympies en een bril. De illustraties doen denken aan houtsneden, maar zijn met een pennetje gekrast in met zwarte gouache bedekte glasplaatjes die op een lichtbak liggen. Een oude techniek, die bewerkelijk klinkt, maar gezien het resultaat wel de moeite waard is.

En tot slot natuurlijk de complete oeuvres van Fiep – Jip & Janneke – Westendorp en van de Zweedse Ingela P. Arrhenius, want lekker retro.

Deze selectie komt uit de boeken die we zelf hebben, maar mijn verlanglijstje is nog lang. Zo heb ik gisteren De jongen, de mol, de vos en het paard besteld, van Charlie Mackesy. Vanmiddag in de brievenbus, dus wordt vervolgd.

En wat zou ik graag zelf een prentenboek maken. Het liefst ook bij mijn eigen verhaaltje, maar er is altijd een maar zo lijkt. Geen tijd, geen inspiratie, te veel inspiratie “als ik het verhaal en de illustraties ga maken, kan ik alle kanten op” en dan kan ik dus niet beslissen. Maar nu is er Nini en het blauwe maantje, dus wie weet komt het er toch ooit van.

Gepost op

Zweedsheid aan de muur – deel II

Inmiddels is het gewone leven weer begonnen en heb ik zomaar tijd gevonden om daadwerkelijk deze blog te kunnen schrijven over de resterende maanden van de Studio Kvinna kalender van 2020. Vorige week kon je al lezen over onder andere Stockholm en fika, hierbij de rest!

Februari – Samen
Vorige week noemde ik de Samen al, de oorspronkelijke nomadische bevolking van Lapland. Noem deze mensen vooral geen Lappen, want dat zien ze als belediging. Ze wonen in Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Een deel van de Samen volgde traditioneel de rendierkudden, voor hun melk, vlees en huiden. En die huiden gebruikten ze weer voor tenten en lekker warme kleding, zoals op deze illustratie.

April – Scherenkust
Scherenkust is een gebied met ondiep en vaak brak water en talrijke, meestal kleine rotsachtige eilanden, scheren genoemd. In Zweden vind je deze voornamelijk aan de westkust bij de provincie Bohüslan en in het oosten vanaf Stockholm tot in de Oostzee. Daar liggen duizenden kleine eilandjes, bewoond en onbewoond, die je alleen maar via het water kunt bereiken.

Juni – Haring
In Nederland zijn we er dol op, maar de Zweden doen aan haring eten 2.0. Als in juni de nieuwe haring gevangen is, wordt deze gemarineerd in allerlei sausjes. Denk aan mosterd, dille en rode bieten. Met feestdagen eet je het dan op een sneetje roggebrood. En dan is er nog ‘surströmming’; gefermenteerde haring. Wereldwijd bekend als één van de smerigste gerechten. Er wordt aangeraden om het blik met de vis buiten te openen omdat de doordringende lucht anders nog maanden in je huis blijft hangen…

Augustus – Paardje uit Dalarna
Ik denk dat iedereen die wel eens in Zweden is geweest dit paardje herkent: de Dalahäst. Häst is het Zweedse woord voor paard en Dala wil zeggen dat het uit de streek Dalarna (in het westen/midden van het land) komt. Daar maakten, aan het eind van de middeleeuwen, de boerenvaders houten speelgoedpaardjes voor hun kindertjes. Andere kindertjes wilden de paardjes ook hebben en zo groeide het eerst tot ruilmiddel en later uit tot symbool van Dalarna en heel Zweden.

Oktober – Zweeds design & Abba
Alles, ok bijna alles, ziet er mooi uit in Zweden. Zo ongeveer elk restaurant of broodjeszaak ziet er uit alsof het uit een woontijdschrift komt. De beste design klassiekers komen wat mij betreft dan ook uit Zweden (en Denemarken). Wat denk je van deze stoel, ontworpen door Yngve Ekström in de jaren zestig? Of van die toffe lamp van Poul Henningsen? En zo’n retro interieur is natuurlijk niet compleet zonder een beetje Abba op de radio.

December – Tomtes
Een tomte (of nisse) is soort van Scandinavische kabouter-elf, volgens folklore de ziel van de eerste bewoner van de boerderij. Ze zijn maximaal 90 cm hoog, de mannetjes hebben een lange witte baard en dragen een rode (punt) muts. Met kerst komen er speciale juletomtes, waarvoor er wat lekkers in de kerstboom of bij de schoorsteenmantel wordt gehangen.

Hoewel ik met pijn in mijn hart onze tomtes weer bij de kerstspullen heb opgeborgen, vind ik het nu wel fijn dat het nog bijna een heel jaar duurt totdat het weer kerst. Het gerucht gaat namelijk dat we deze zomer weer naar Zweden op vakantie gaan. Ik kan niet wachten 🙂

In de webshop staan nog een paar kalenders, mocht je em nog niet aan de muur hebben hangen en dat wel graag willen.

Gepost op

Zweedsheid aan de muur – deel 1

Gelukkig 2020!

Zo… De oliebollen zijn op, de dennennaalden liggen op de grond en de kerstkilo’s zitten er aan. De feestelijkheden zijn voorbij en 2020 staat te trappelen om zich voor ons uit te rollen. Ben benieuwd wat het voor ons in petto heeft.

Een nieuw decennium, een nieuw jaar, een nieuwe maand en dus ook een nieuwe kalender. Het thema dit jaar is Zweden. Het tekenen ervan was een reis die gek genoeg begon in Denemarken en die loopt van de taiga in Lapland naar bruisend Stockholm en die via koffie met wat lekkers naar haring gaat. Achter elke plaat zit een verhaal, dat ik je graag vertel. Deze week de oneven maanden, volgende week de rest. Wil je alle plaatjes zien? En in het echt bewonderen? Kijk dan hier!

Januari – Rendier op de taiga
In het noorden van Zweden vind je uitgestrekte naaldbossen, de taiga genaamd. Het woord komt uit het Russisch en betekent ‘naaldwoud’. Maar liefst 80% van de bomen bestaat uit dennen, zilversparren en lariksen. Er zijn niet veel zoogdieren die de strenge winters hier aan kunnen, maar het rendier is één van. Zowel de heren als de dames hebben een gewei. Op de kalender zie je een vrouwtje, dat even een ommetje maakt om te ontsnappen aan de drukte van de grote kudde waar ze deel van uit maakt.

Maart – Fika!
Elke dag, in de ochtend en de middag, leggen de Zweden massaal het werk neer om samen te genieten van een goede kop koffie en wat lekkers on-the-side; tijd voor Fika! Het is een sociaal fenomeen, want het is meer dan alleen koffie drinken. Het tijd maken voor en aandacht geven aan collega’s, vrienden en familie staat voorop. Maar dan wel onder het genot van kaneelbroodjes en kladdkaka (Google maar ;).

Mei – Rood huisje met tuin
Hier wil ik wel wonen. Met binnen veel wit en veel licht, er om heen een mooie groene tuin en een bos erachter. De buitenkant van het huis is van dat typische rood, Falurood genaamd. Bij het plaatsje Falun ligt een kopermijn en al sinds de 16e eeuw wordt er verf gemaakt van het pigment uit de mijn. Deze verf heeft een conserverende werking op het hout van de huizen en het ziet er stiekem ook een beetje uit als baksteen. Win-win!

Juli – Allemänsrätten
Een belangrijk onderdeel van de Zweedse manier van leven is allemänsrätten, allemansrecht. Iedereen is vrij om overal van de natuur en alles wat daarbij hoort te genieten. Je mag wildplukken, wildkamperen en wildzwemmen (of gewoon zwemmen) waar je maar wilt. Ook als dit land van iemand is. Natuurlijk moet je het dan wel even vragen of het ok als je je tent opzet, want je hebt in dat geval wel toestemming nodig. Maar zolang je de natuur niet verstoord en geen afval achterlaat, mag je gaan en staan waar je voeten je brengen.

September – Stockholm
Tja Stockholm… Als je er een keer bent geweest, wil je er sowieso een tweede keer naar toe. En een derde.. En vooruit – zelfs een vierde. De stad is gebouwd op veertien eilanden en dat betekent dat er veel water is! Ideaal voor een rondvaart en het maakt ook dat het weids en ruimtelijk aanvoelt. Niet alsof je in een echt grote stad bent. Twee hoogtepunten: het Vasa museum – een museum om een boot die zonk tijdens de eerste reis amper 1,5 km uit de haven. En Gamla Stan, het middeleeuwse stadshart met smalle straatjes en leuke winkeltjes. O en neem vooral de metro, sommige stations zijn ware kunstwerken.

November – Poolnacht
Deze illustratie maakte ik al een paar jaar geleden. Een beetje afgeleid van de film Brother bear en van het spel Never Alone. Beiden spelen zich af in Noord Amerika, maar animisme en voorouderverering spelen ook een rol in de traditionele cultuur van de Samen, de oorspronkelijke bewoners van Lapland. Zij geloven dat alle wezenlijke objecten, zoals dieren, planten en stenen, een ziel hebben. De relatie met de dieren die ze ‘gebruiken’, zoals rendieren en zeehonden is daardoor heel belangrijk, het vereren van dierengeesten hoort daar ook bij.

Over alle bovenstaande onderwerpen is nog zoveel meer te vertellen, maar voor nu zal ik het hierbij laten. Heb de kalender nog niet aan de muur hangen, bestel em dan snel hier! En ik hoop dat ik je zo alvast iets heb gegeven om over na te denken als je een pagina om slaat naar de volgende maand. Volgende week deel 2!

Gepost op

Inspiratie: volkskunst

De laatste tijd laat ik me steeds vaker inspireren door folklore. Nou was ik al fan van folk muziek en hou ik enorm van de oude culturele tradities rondom bijvoorbeeld de seizoenen, maar sinds een paar weken kijk ik ook naar volkskunst voor tekeninspiratie. Pinterest staat vol met de prachtigste bloemenprinten. Hoogste tijd voor een beetje verdieping.

Volkskunst is volgens Wikipedia “kunst door gewone mensen, bedoeld voor een kleinere groep en zonder grote artistieke pretenties.” Dus niet om in een museum te eindigen en niet om voor veel geld geveild te worden in een chique veilinghuis. Het gaat bij volkskunst ook niet om schilderijen, maar om gebruiksvoorwerpen als servies, meubels en kleding. Gewone objecten voorzien van prachtige en vaak technisch ingewikkelde patronen. Beschilderd met een penseel, bestempeld met stippen of ingelegd met hout. Dit maakt dat het wel een ambacht is, die oefening en opleiding vereist.

Elke streek in Europa heeft een eigen stijl als het op volkskunst aan komt. In Rusland ontstond in de zeventiende eeuw chochloma. Kenmerkend voor chochloma zijn goud- en roodkleurige ornamenten op een zwarte, soms rode achtergrond, met accenten in groen en geel. Populaire motieven zijn bessen (meestal lijsterbessen en aardbeien), bloemen en plantenbladeren.

Uit Polen komt wycinanki, papierknipkunst. Traditioneel gebruikt door boeren om hun huizen te versieren met scenes uit het dagelijks leven, zoals bruiloften en feestdagen. En met Pasen werden bijvoorbeeld de eieren rijkelijk versierd met hanen en bloemen van papier.

Op het Noorse platteland is Rosemåling, bloemen schilderen, ontstaan in de tweede helft van de 18e eeuw, toen de Barok haar intrede deed in het Noorse stedelijke gebied. Rosemåling is een decoratieve schilderkunst met gestileerde bloemversieringen, overwegend primaire en secundaire kleuren. Ook in Zweden vond het navolging.

Maar ook in Nederland kunnen we er wat van! Denk aan het Staphorster stipwerk, waarbij stipjes verf met stempels op de stof worden gedrukt. Of aan het Hinderlooper schilderwerk, wereldwijd beroemd. Krullen, bloemen en bladeren in de kleuren rood, blauw, wit en groen, werden in Hindeloopen verwerkt tot een aparte stijl.

En dit is dan nog maar een klein stukje van Europa. De Aboriginals in Australië, de Indianen in Noord Amerika, de Japanse prentkunst, wajangpoppen uit Indonesië en zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal voorbeelden van volken die met eigengemaakte kunst hun wereld mooier maakten.

Van al dat onderzoek doen heb ik helemaal zin om aan de slag te gaan, dus dat ga ik dan ook maar doen. Deze kaart heb ik woensdag getekend en dat smaakte naar meer. Fijn weekend!

PS De kaart vind je in de webshop.

 

 

Gepost op

Een dagje uit spelen

Twee weken geleden vertrok ik met de trein voor dag en dauw naar Den Haag, waar ik mooi op tijd aanbelde bij het atelier van Marenthe Otten. Bij wie hoor ik u denken? Marenthe is illustrator van heel veel moois voor onder andere de Flow, kinderboeken en buitenlandse opdrachtgevers. Maar ook winnaar van de European Design Awards en van andere prestigieuze internationale prijzen in de VS en Japan. Bij Marenthe Otten dus.

Zij richtte ook de The Art Beat Club op; een business school en academie voor creativiteit ineen. En sinds 1 maart hoor ik bij de club YAY. Ik volgde The Mojo Masterclass Paris en mocht zo een hele dag bezig zijn met wat ik het liefste doe: tekenen!

Naar Parijs!
We waren met ons vijven. Allemaal vrouwen met een uiteenlopende achtergronden, maar met de gezamenlijke wens om creatief uitgedaagd te worden. We begonnen lekker met een kopje thee en – geheel in Franse stijl – Madeleines. Daarna werden we door Marenthe meegenomen naar Parijs. De trap af, de deur door en ineens stond ik voor de Eiffeltoren. Na een wandelingetje door van die leuke, smalle straatjes ging ik op een bankje zitten in de Tuin van de Tuilerieën. De zon scheen, om me heen hopten vogeltjes. Er liepen een paar zeer Frans uitziende mensen rond met baretten, blauw-wit gestreepte shirts en sjaaltjes. En teckels. Op de een of andere manier vind ik dat heel Franse hondjes. Zeker als ze een baretje dragen. Helaas was het snel tijd om te gaan en binnen no time was ik weer terug op mijn stoel in Den Haag. We mochten aan de slag met Art Nouveau.

Marenthe had voor ons een mooie verzameling boeken neergelegd over deze kunststroming uit het fin de siècle en het begin van de 20e eeuw. Kunstenaars lieten zich toen inspireren door de gracieusheid van de natuur, met bloemmotieven, vogels, insecten en slanke vrouwen.

We mochten natekenen en onze eigen compositie maken met elementen uit deze stijlperiode. Het voelde echt wonderlijk bevrijdend om te tekenen zonder vooropgezet plan, zonder na te denken over het eindresultaat en zonder stil te staan bij of het ‘verkoopbaar’ zou zijn. Gewoon tekenen om te tekenen.

Met verf
Na de lunch, bij een art nouveau-achtig restaurant waar ik heel Frans een croque monsieur at, gingen we aan de slag met het maken van een kalenderpagina in bovengenoemde stijl van onze geboortemaand. Ik ben geboren in januari en op mijn kalenderpagina staan sneeuwklokjes en helleborussen. Eerst een schets met potlood en aansluitend voor het echie verven met Acrlya Gouache van het Japanse merk Holbein. Dat was fijn!

Het was een heerlijke dag die mij vooral liet stil staan bij je dat niet alleen maar moet tekenen voor opdrachten en nieuwe producten; je moet ook oefenen en uitproberen en soms ook gewoon wat aanrommelen met materialen en technieken. Daar komen de leukste dingen en nieuwe ideeën uit voort.

Inmiddels heb ik een doos Acryla Gouache besteld die hier nu op mijn bureau staat de shinen. Het is nu natuurlijk de kunst om, het liefst dagelijks, tijd te maken om te spelen zonder de druk om te presteren… Dat valt niet mee, maar ik doe mijn best (: