Gepost op

Herfstbetoog

Het is eindelijk herfst! En buiten herfst het er ook lekker op los. Met regen, onweer en blaadjes overal. We hebben binnen al wat feestlampjes opgehangen, want het is best al donker in huis. En dan is het vandaag ook nog Halloween. Herfstiger wordt het niet met die pompoenen voor de deur.

Deze tijd maakt elk jaar weer allerlei verlangens in mij los, variërend van boswandelingen (bij voorkeur in Zweden, Engeland of Oostenrijk) tot dekentjes haken en van het maken van appeltaart en stoofschotels tot het schrijven en tekenen van verhalen over kabouters, boomgeesten en elfjes. Zo kan ik nog wel even doorgaan*. Gelukkig kan ik aan de meeste dingen makkelijk toegeven en zal het niet blijven bij die ene appeltaart van twee weken geleden.

Witte wieven
Het feit dat ik zo dol ben op dit seizoen, is ook wel af te leiden uit alle hyggelige, herfstige illustraties die ik maak. Waarvan ik dan weer hoop dat de mensen die ze kopen er hetzelfde fijne, warme gevoel van krijgen als dat ik had terwijl ik eraan werkte. En dan zijn er nog alle blogteksten die ik er door de jaren heen over geschreven heb. Bijvoorbeeld over hygge in de herfst, Halloween, witte wieven en een (nog on-af) verhaaltje over de bejaarde buurvrouwen Aaltje en Dina

Nou ja, over de herfst schrijven doe ik dus graag en ik moet mezelf inhouden om niet een eindeloze serenade te brengen aan de prachtig gekleurde herfsttooien in de bomen of aan de overvliegende ganzen die met luid gegak en in een perfecte V-vorm onderweg zijn naar het zuiden. En hoe ik daar helemaal niet jaloers op ben (echt niet).

Laarsjes aan
Ik merk ook dat je met een peuter en een kleuter de seizoenen nog bewuster beleeft. Zo moesten er ineens nieuwe truien, broeken en jassen komen. Voor mijn gevoel was dat dit jaar echt ineens omdat het binnen een weekend van 25 naar 12 graden ging. Daarbij zijn die twee kleintjes van mij echte verzamelaars, dus we doen maar een klein rondje zodat er tijdens het wandelen genoeg tijd is om elk blaadje en eikeltje op te rapen, uitgebreid te bestuderen en mee te nemen. En altijd laarsjes aan; want voor je het weet staan ze in een plas te springen.

Eigenlijk mag de herfst van mij wel wat langer duren zelfs. Er is nauwelijks voldoende gelegenheid om erbij stil te staan, boswandelingen te maken, paddenstoelen te zoeken en kastanje-kunstwerken te maken. Binnen no time zijn de bomen kaal en wordt de aandacht afgeleid door die man met die mijter uit Spanje en door die andere man met z’n slee uit het hoge noorden.

Toch niet alleen maar leuk
Eerlijk is eerlijk; voor mij heeft de herfst wel één nadeel, met acht poten en acht ogen (en ik krijg letterlijk kippenvel terwijl ik dit opschrijf). Ik heb echt een hekel aan spinnen. We wonen hier in een nogal boomrijke omgeving met veel insecten en waar insecten zijn, vind je spinnen. En die vinden het blijkbaar nodig om massaal dichtbij te resideren in het najaar. Laatst had een nogal grote kruisspin zijn web gemaakt vlakbij onze voordeur, waardoor je elke ochtend een soort van limbodans moest doen om naar buiten te kunnen. Totdat een onoplettende pakjesbezorger het web stukliep, de spin er na een week genoeg van had en ervoor koos om zijn heil elders te zoeken. 

Vanmiddag ga ik fijn de herfst vieren; we gaan een pompoen versieren en er staat een lekkere, verwarmende soep op het menu. 

(*Vervolg lievelingsdingen in de herfst: Luisteren naar metal, theetjes drinken bij de open haard, overal kaarsjes aan, soep koken, bokbiertjes, Harry Potter boeken luisteren, naar het tuincentrum gaan om stiekem toch alvast de kerstshow te bekijken, per ongeluk een zak pepernoten kopen, kaasfondue, spannende boeken lezen, en ik zou graag zeggen enge films kijken, maar daar houd ik eigenlijk toch niet zo van).

Gepost op

Over op markten staan

Nog een paar dagen en dan kleurt Nederland weer oranje vanwege Koningsdag. Willem-Alexander viert dan zijn 56e verjaardag én zijn eerste decennium als Koning der Nederlanden. Deze titel is in het huis Oranje-Nassau sinds 1813 doorgegeven van vader op dochter en van moeder op zoon, en al vanaf 1885 vieren we jaarlijks een feestje ter ere van onze koninklijke familie. Hoe dit precies zit kan je lezen in de blog die ik hier in 2018 over schreef 🙂

Even terug naar nu
Thuis brengen we de ochtend waarschijnlijk door voor de tv, kijkend naar de Oranjes en met een dito tompouce. Hopelijk zit het weer een beetje mee, kunnen we in het zonnetje genieten van een drankje met bitterballen en fijn struinen over de vrijmarkt, op zoek naar schatten. 

Zelf heb ik ook wel eens op de vrijmarkt gestaan tijdens Koningsdag, maar tussen de groothandelaren en tweedehands spullen vielen mijn producten een beetje uit de toon, waardoor het bij die ene keer is gebleven. Gelukkig zijn er genoeg markten die beter passen bij mijn kaartjes, mokken en kalenders. 

Denk jij er ook over om met je (zelfgemaakte) spullen aan een (creatieve) markt mee te doen? Probeer dan eerst de markt eens te bezoeken om te kijken of je erbij past. Het zou jammer zijn als je er na uren voorbereiding en tig keer heen en weer lopen naar de auto achter komt dat je jouw doelgroep bijvoorbeeld maar mondjesmaat aanwezig is.

Heb je een markt gekozen? Dan heb ik hier onder wat tips op een rij gezet om van je deelname een succes te maken.

  1. Laat zien wie je bent; zorg dat je merknaam en eventueel logo goed te zien zijn. Hang bijvoorbeeld een spandoek achterin je kraam en leg (visite)kaartjes in je stand. Deze mogen bezoekers dan meenemen voor later en je kan ze meegeven als mensen iets gekocht hebben. Zo weet iedereen wie je bent en kan je, als mensen weer thuis met een kopje thee aan de eettafel zitten, weer online gevonden worden.
  1. Zorg ervoor dat je goed voorbereid op pad gaat en neem een uitgebreide ‘uitrusting’ mee om de kraam klaar voor de verkoop te maken. Denk aan tafelkleden, touw, plakband, punaises, haakjes, scharen (minimaal 2, er is er altijd eentje weg), opladers en eventueel een verlengsnoer. Het is handig om met z’n tweeën te zijn tijdens het sjouwen, op- en afbouwen. Zorg ook voor papieren zakjes en tasjes waar je je producten in kan doen als je iets verkocht hebt en een stoel voor rustige momenten is ook wel fijn.
  1. Probeer al je producten te voorzien van een prijs, zodat mensen in één oogopslag kunnen zien wat iets kost en zo kan iemand gemakkelijk je kraam even waarnemen als je naar de wc moet bijvoorbeeld. Heb je een rek ansichtkaarten staan, dan hoef je niet alle losse kaarten individueel te prijzen, een bordje op de molen is genoeg. Zorg er daarnaast voor dat je voldoende wisselgeld en eventueel een mobiel pinapparaatje hebt. Dit laatste kan je bijvoorbeeld organiseren via Zettle.
  1. Het helpt enorm als je kraam er uitnodigend en overzichtelijk uit ziet. Zet er niet te veel spullen in, anders oogt het misschien druk en weten mensen niet waar ze moeten kijken. Maar je wil ook weer niet te weinig hebben staan 😉 . Verkoop je kleine dingen, zoals sieraden, zorg dan voor wat aankleding en een passende presentatie. Met mandjes, kratjes en houten blokken kan je voor wat speels hoogteverschil zorgen. Probeer ook wat sfeer in te brengen met bijvoorbeeld met lichtjes, vlaggetjes en verse bloemen.
  1. Lach naar iedereen die bij je kraam, zeg vriendelijk hallo en probeer aardig te blijven. Ook al duurt de dag soms lang en zeggen mensen soms (onbedoeld) onaardige dingen over de spullen waar jij zo hard op hebt zitten zwoegen. Lachen houdt het leuk 🙂

Tot slot: soms duurt een marktdag inderdaad lang, zijn er niet zoveel mensen als je gehoopt of verwacht had, komt de regen met bakken uit de lucht en lijkt het bij je buren alsof ze hun spullen gratis weggeven zo druk als het daar is. Dat zal allemaal heus een keer gebeuren (geloof me, ik weet er alles van). En als dat zo is, probeer dan vertrouwen te hebben in je eigen kunnen en denk aan de mensen die wel een glimlach om hun mond kregen toen ze jouw spullen zagen. Eet ’s avonds als je weer thuis bent een bak ijs leeg en ga er de volgende keer weer vol voor.

Want ik heb keer op keer mijn spullen het halve land door gesleept, want in the end is het toch wel heel leuk om met klanten in gesprek te gaan en hun reacties op mijn werk te zien 🙂

Alvast veel succes!

En voor nu een hele fijne Koningsdag!

Gepost op

Mijn woord

In 2020 volgde ik de training ‘Haal meer werk uit je illustraties’ van art director Monique van der Vlist. Twaalf weken was ik, samen met andere illustratoren, bezig met mijn werk. En dan niet met inhoud of techniek, maar met het verhaal van mij en mijn illustraties. Welke dromen heb ik en wat heb ik nodig om die waar te maken? Wat typeert mijn stijl en hoe wil ik gezien worden door de wereld? Het was een hele interessante training en ook echt leuk om andere illustratoren te ontmoeten.

Inmiddels zijn we twee jaar verder, maar het woord dat het meest is blijven hangen, als het over mijn werk gaat, is ‘Hygge’. Hygge (uitspr. Hoega) De Deense kunst van het leven, lijkt op ‘onze’ gezelligheid, al gaat hygge verder. Kaarsen, warme drankjes, grote dikke sjaals, het bos in en aardig zijn voor jezelf zijn belangrijke elementen.

Het internet staat vol met wat hygge is, en een tijdje was het nogal een modewoord (ook ik schreef er een blog over in 2018). Nu lijkt de hype gelukkig over en heb ik het gevoel dat hygge gewoon weer hygge mag zijn. Want in Denemarken is het echt de normaalste zaak van de wereld om te adverteren met ‘hyggelige’ sokken 🙂

En hoe fijn! De meest hyggelige periode van het jaar is aangebroken! Want het is herfst en de klok staat op wintertijd. De berken waar ik op uit kijk vanachter mijn bureau zijn hun blaadjes al kwijt; die vormen een mooi okergeel tapijtje in de tuin. En mijn lievelingssjaal is nooit meer dan een armlengte van mij verwijderd. 

Om het begrip toch wat meer te duiden, hierbij mijn herfst/winter hygge top 5:

Ik ben groot fan luisterboeken. Zo zijn de kerst- en de nieuwe hyggekaarten ontstaan met Harry Potter – voorgelezen door Stephen Fry – in mijn oren.

Nou was ik al groot fan van Denemarken en nu heb ik hygge helemaal omarmd, ook als het gaat over mijn werk. Niet dat ik hele dagen warme sokken aan het tekenen ben, maar wel dat ik me bij alles wat ik teken afvraag of het erbij past.

Zo heb ik afgelopen voorjaar een serie van zeven illustraties gemaakt; hygge in de lente/zomer. Waaronder een theepot geïnspireerd op Deens design, een mooie emaille kan met bloemen, een retro typemachine met een latte on the side en fijn huisje op het platteland met kipjes in de tuin. En nu zijn daar vier herfst/winter kaartjes bijgekomen. Deze vind je allemaal in de shop.

Ik ben helemaal blij met het resultaat van de training en met mijn ‘woord’. Het is een kapstok, een kompas en een state of mind tegelijk.

Gepost op

Over bloemetjes en bijtjes

Het zijn drukke dagen voor de natuur-minded mensen onder ons. Want het is la la lente! Bomen vol met bloesem, bloembollen die de grond uit knallen en heesters die in rap tempo veranderen van een paar kale takken tot weelderig groene eyecatchers. Onze keukenvensterbank staat vol met de ontkiemende bloementuintjes van supermarkt X en die worden geflankeerd door de prille eerste blaadjes van kerstomaatjes, courgettes en sperziebonen. Ik hou ervan!

Feestdag voor de planeet
Vandaag, 22 april, is het Earth day en staan we stil bij hoe mooi, uniek en waardevol onze planeet is. In Nederland lijkt het wel de zoveelste ‘Dag van…’, maar in andere delen van de wereld is het een serieuze aangelegenheid met tientallen activiteiten. De eerste editie vond al plaats in 1970 in de VS en was een gevolg van groeiend ecologisch bewustzijn door de bestseller ‘Dode lente’ (Silent Spring) van Rachel Carson uit 1962, over de nadelige gevolgen van het gebruik van pesticiden. Uit protest gingen de mensen de straat op en dat bracht – toen al – 20 miljoen mensen op de been! Het is tot op de dag vandaag het grootste eendaagse protest in de geschiedenis, maar dat terzijde. Wil je ook iets doen voor onze planeet vandaag? Plant een boom of ga op bezoek bij de bijen.

Bijtjes tellen
Dit weekend vindt ook de Nationale Bijentelling plaats en kan je meedoen met het tellen van de bijen in jouw tuin of balkon. In Nederland komen zo’n 350 verschillende bijensoorten voor! Maar tijdens de ‘teldagen’ ligt de focus op 16 soorten met de meest uiteenlopende namen; wat dacht je van het roodgatje of de viltvlekzandbij? Of van de hommelbijvlieg? Helaas is onze tuin net ‘under construction’ en daardoor één grote zandbak (tot groot genoegen van mijn tweejarige dochter). Gelukkig kun je hier elk jaar aan mee doen, dus volgend jaar zijn we van de partij!

Groene vingers
Zelf ben ik groot fan van bomen, bloemen en bijen. In een ander leven (eentje waarin wiskunde niet zo belangrijk is) had ik zo maar bioloog kunnen worden. Gelukkig zijn er in dit leven genoeg mogelijkheden om mijn groene vingers bezig houden! Straks weer fijn los in de tuin en het hele jaar door lekker tekenen en mooie spullen maken. Dit zijn mijn favoriete ‘groene’ producten uit de webshop:

  1. Moestuinposter
  2. Emaille mok met bij
  3. Groeikaart Hoera
  4. Ansichtkaart met huisje en tuin
  5. Weekplanner met bloemen

Heb jij een favoriet?

Gepost op

Mooie volksverhalen van de Lage Landen

Eind november heb ik meegedaan aan Folktaleweek, een internationale ‘drawing challenge’. Een week lang plaatste ik elke dag een illustratie op Instagram die gebaseerd was op een Nederlands volksverhaal. Elke dag had een andere thema; geboorte, ritueel, hofmakerij, zonnewende, dood, oogst en dans.

En ik vond dit echt zo leuk om te doen! In de weken voorafgaand aan de challenge heb ik mijn boekenkast en het hele internet (of in ieder geval een groot deel) doorgespit op zoek naar volksverhalen. Want als je de keus hebt uit alle sagen, sprookjes, legenden en mythen van over de hele wereld, welke kies je dan? Ik vond ieder geval dat ze bij elkaar moesten horen, dus dat ze hetzelfde land of dezelfde cultuur gemeen hadden. Na lang wikken en wegen heb ik gekozen voor Nederlandse verhalen. Vooral om aan de wereld te laten zien dat we hier dan wel niet het fantasierijke brein van Hans Christiaan Andersen of de verzameldrift van de Gebroeders Grimm, maar dat er hier toch zeker wel verhalen zijn die het delen waard zijn.

Mijn inspiratie haalde ik voornamelijk uit het boek ‘Verhalen van stad en streek’ van Willem de Blécourt, Ruben A. Koman, Jurjen van der Kooi en Theo Meder. Een loodzware paperback die volksverhalen per provincie de revue laat passeren, wat een naslagwerk! Mocht je ooit gedacht hebben dat de Nederlandse vertelcultuur saai is, dan brengt dit boek je zeker op andere gedachten.

Ik heb uiteindelijk gekozen voor de volgende acht verhalen: De Ommelebommelesteen in Urk; De koortsboom in Overasselt; De Witte Wieven in Zwiep; Het midwinterhoorn blazen in Twente; Het blauwe wolkje in Enschede; Het veulen van Volendam en De hazendans in Garderen. En nog eentje om het aan te kondigen, De zeemeermin van Edam.

Mijn plan is om van deze acht illustraties een boekje te maken, waarbij ik de verhalen op mijn manier herschrijf. En als ik ooit de tijd vind, dan ga ik dat zeker doen. Voor nu vertel ik er twee, in het kort, bij mijn twee favoriete illustraties. Alle illustraties kun je hier vinden.

In Zwiep, bij Lochem in de Achterhoek, wonen drie Witte Wieven in een leemkuil. Boerendochter Johanna en Albert zijn smoorverliefd op elkaar. Alleen vindt haar vader Albert van te lage komaf en hij ziet haar liever trouwen met de rijke boerenzoon Hendrik. Om ze beide een kans te geven stuurt de vader hen te paard naar de Witte Wieven kuil waar ze allebei een haarspit in moeten gooien om de witte wieven te tarten. Degene die het eerst terug is, krijgt de hand van zijn dochter. ‘Hendrik heeft een sneller paard, dus hij zal het winnen’ denkt vader. Maar hoe dichter de heren de kuil naderen, hoe banger Hendrik wordt totdat hij rechtsomkeert maakt. Albert gaat door, gooit het haarspit en wordt al snel achtervolgd door een furieuze witte dame. Gelukkig bereikt hij de boerderij en sluiten de staldeuren net op tijd. Hij krijgt het meisje en ze leven nog lang en gelukkig.

De tweede gaat over het midwinterhoorn blazen in Twente. Dit is niet echt een mythe of een sage, maar er zit wel een mooi verhaal aan. Want in het oosten van ons land wordt vanaf het begin van de advent tot aan Drie Koningen op de midwinterhoorn geblazen. Door de lage, verreikende en zware tonen wordt het donker op afstand gehouden en worden de demonen weggejaagd. Hierdoor lijkt de traditie zijn oorsprong te vinden bij de Germaanse joelfeesten en heeft het ook wel wat weg van vuurwerk (is mijn interpretatie 😉

Gepost op

Ho ho ho eens even

Ineens is het dan eind december. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat het überhaupt kerst zou worden dit jaar, maar over zes dagen is het al zo ver. En die zes dagen zijn hard nodig want de kerstkaartjes moeten nog geschreven worden, het menu kan nog alle kanten op en de cadeautjes zijn nog niet gekocht, laat staan ingepakt.

Het geven van cadeaus met kerst is al ouder dan Sinterklaas en de kerstman samen. Het stamt zelfs uit een tijd dat kerst nog niet eens bestond! Zowel de Romeinen als de Germanen deden het al. In het oude Rome wisselden ze mooie takken en andere kleine geluksbrengers uit op het feest van zonnegod Mithras. En de Germanen ruilden midden in de winter voedsel met elkaar om het lengen van de dagen, en daarmee de terugkeer van het licht te vieren. Later werden er ook andere geschenken gegeven en kregen slapende kinderen een kleine verrassing van de god Odin.

Daarmee werd gelijk de basis gelegd voor een figuur die niet meer weg te denken is uit onze huidige viering van dit winterzonnewendefeest, de kerstman! Hoewel er meerdere ‘voorvaders’ zijn voor de kerstman, is onze Sinterklaas misschien wel de bekendste. Het feest ter ere van Sint Nicolaas wordt in ons land al sinds de middeleeuwen gevierd. Toen de Nederlanders in de 17e eeuw naar Amerika emigreerden, namen ze deze traditie natuurlijk mee. Afgesloten van de Nederlandse cultuur en onder invloed van onder andere de Britten veranderde er hier en daar wel wat. De naam Sinterklaas verengelste naar Santa Claus en verschillende – fantasierijke – Amerikaanse schrijvers maakten het achtergrondverhaal; een pijprokende beschermer die hoog boven de bomen rijdt; een goedlachse elf die in een slee vol speelgoed wordt voortgetrokken door acht rendieren. In 1860 plaatste illustrator Thomas Nast de kerstman op de Noordpool en het plaatje is compleet.

Fun fact
De rondbuikige, bebaarde, ho-ho-ho roepende man in rood-witte outfit die we nu kennen heeft zijn look te danken aan de slimme marketing mensen van Coca Cola. In 1931 wilde het merk de verkoop uitbreiden naar een jonger publiek, maar mocht het van de toenmalige wetgeving geen kinderen tonen die cola dronken. Dus maakten ze een vriendelijke Santa Claus die het zoete drankje aangeboden krijgt van een stel kindertjes. Inclusief dus een helderrood pak met een witte bontkraag (dé Coca Cola kleuren), naast een grote koelkast vol bruine flesjes en een grote zak vol cadeautjes.

Download gratis cadeaulabels
En over cadeautjes gesproken, heb jij ze al onder de boom liggen? In een mooi papiertje en met een deftige strik? Wat ik namelijk al wel klaar heb, zijn de labels om aan de pakjes te hangen. En omdat het (bijna) kerst is wil ik deze ook met jou delen. Via deze link kan je ze gratis downloaden. Print ze op een stevig papiertje, even met de schaar erlangs, lintje eraan en klaar. Veel plezier ervan!

Gepost op

5 Dingen om te doen met kerstkaarten

Blijkbaar bestaat er zoiets als Christmas card day, iets wat elk jaar op 9 december ‘gevierd’ wordt. Had ik dit geweten dan had deze post twee dagen geleden al online gestaan, maar helaas 😉

Christmas card day is in het leven geroepen om de ‘uitvinder’ van de eerste commerciële kerstkaart (in 1843), de Britse Sir Henry Cole te eren. En natuurlijk om iedereen eraan te herinneren dat de D in de maand is en dat het dus de hoogste tijd is om kerstkaarten te shoppen (bij voorkeur bij kleine, lokale ontwerpers/ondernemers) en aan het schrijven te gaan. Zeker nu kerst er vanwege de coronisatie anders uit gaat zien dan we zouden willen.

En hoe leuk is het om kerstkaarten te krijgen? Het is toch een klein feestje om die gekleurde enveloppen op je deurmat te vinden! De vraag is: wat ga je vervolgens met die kleine cadeautjes doen? Hieronder vind je vijf handige en creatieve tips.

Hang ze op
Hoe traditioneel het ook is, door je kerstkaarten op te hangen aan bijvoorbeeld een touwtje met paperclips, geef je ze gemakkelijk een plekje. Hang er hier en daar een takje groen tussen ter decoratie. En of het nou langs de leuning van trap, in de woonkamer boven de bank of op de deur van de wc is; elke keer dat je erlangs loopt word je even herinnert aan al die lieve wensen en mensen.

De boom in
Wil je je kerstkaarten een wat prominentere plek in huis geven tijdens de feestdagen, hang ze dan in de kerstboom. Maak met een perforator een gaatje in de linker bovenhoek, knoop er een mooi lintje of touwtje aan en decoreer je boom je ermee! Zo maak je je kaarten echt onderdeel van je kerstversiering en ziet je boom er net even wat persoonlijker uit.

Onder een stolp
Eerlijk is eerlijk; de ene kerstkaart is de andere niet. En dit bedoel ik puur esthetisch. Het is dus ook volkomen logisch dat je een favoriet hebt. Wil je deze nou echt een bijzonder plekje geven? Plaats em dan eens onder een glazen stolp. Met wat watten en een paar mini kerstballen maak je er echt een feestje van.

In een diorama
Door van je kerstkaart een diorama te maken, breng je de voorstelling een beetje tot leven (een klein beetje maar 😉 Maak een paar kopietjes van de kaart op dik papier en fröbel er met wat tijd, lijm, extra papier en een diep lijstje een diorama van. Dit kan je ook nog opleuken met lampjes, vondsten uit de natuur of miniatuur spulletjes. Geef em een mooi plekje in huis en laat je diorama lekker het hele jaar staan.

Een boekje
Er komt een moment in het jaar dat de kerstkaarten toch echt opgeruimd moeten worden (Bij mij vaak zo tegen Pasen). Wil je de kans vergroten dat je ze nog een keertje weer bekijkt, maak er dan een boekje van. Maak twee gaatjes in de lange kant van elke kaart en rijg ze aan een mooi lint of touwtje of koop metalen ringetjes. Van een mooi papiertje kan je een voorkant maken. Zo krijg je een mooie verzameling.

Veel plezier ermee!

Gepost op

Warme wijn voor koude dagen

Het is Pakjesavond! Als mijn dochter straks wakker is steken we lekker de open haard staan, staat er op magische wijze ineens een zak cadeautjes voor de deur en gaan papa en mama aan de warme wijn. Ik heb er zin in!

Zodra de temperatuur richting de nul gaat, komt hier de glühwein tevoorschijn. Of in het Nederlands gezegd, bisschopswijn. En zo zijn er nog een paar varianten te benoemen; zo drinken ze mulled wine in Groot Brittannië, vin chaud in Frankrijk, izvar in Roemenië en glögg in Scandinavië. In de basis allemaal hetzelfde drankje waar je lekker warm van wordt en rode wangen van krijgt, maar wel met kleine – regionale – verschillen.

Over het algemeen wordt er rode wijn gebruikt, voorzien van suiker, specerijen als kaneel, kruidnagel en citrusvruchten. In bisschopswijn vind je naast de specerijen alleen sinaasappel, terwijl in mulled wine en glühwein ook andere citrusvruchten gaan, zoals citroen. In glögg stoppen ze, naast bovengenoemde specerijen, gember en natuurlijk kardemom (probeer maar eens iets Scandinavisch te vinden zonder). En voor het opdienen worden er nog rozijntjes en amandelen aan toegevoegd. Onder andere in Frankrijk wordt de warme wijn gezoet met honing en in Roemenië gaat er zwarte peper bij in. In alle gevallen wordt het winterse drankje vaak afgetopt met een beetje cognac, amaretto of andere sterke drank, voor een extra kick.

De gewoonte om warme wijn met specerijen te drinken stamt zeker al uit de middeleeuwen, toen dronken ze hippocras. De legende vertelt dat deze drank werd uitgevonden door de Griekse dokter Hippocrates in de 5e eeuw v.Chr., maar in werkelijkheid komt de naam pas voor vanaf de 14e eeuw. Naast dat het gedronken werd bij banketten als aperitief, werd het door dokters voorgeschreven als medicijn.

Je kunt bij praktisch elke supermarkt (en de IKEA!) flessen kant-en-klare glühwein vinden. Even in een pannetje verwarmen en vooral niet laten koken want dan verdampt de alcohol. Maar je kan er ook wat langer de tijd voor nemen en het zelf brouwen. De specerijen kun je nog aanvullen met steranijs, een beetje peper of wat gember.

In de webshop vind je van dit recept een dubbele kaart met daarbij een kaneelstokje en wat kruidnagels, zo kan de ontvanger zelf aan de slag met het recept. En natuurlijk staan er hier ook een heleboel gezellige (emaille) mokken voor je klaar om de glühwein in te serveren. Leuk als cadeautje voor straks onder de boom!

Fijne avond!

Gepost op

Lievekesdag

“Het begon met steelse blikken tijdens de lessen wiskunde van meneer Janssen en het eindigde in tranen met tuiten achter in het fietsenhok. Maar tussendoor was daar de kaart met de rode envelop die ik op 14 februari 1998 in mijn kluisje vond. ‘Je weet wel van wie’, stond er in een jongensachtig handschrift in gekriebeld. En of ik dat wist. Natuurlijk lag er ook een kaart met een rode envelop in zijn kluisje. Hoewel zorgvuldig uit gezocht bij de lokale boekenwinkel, kon de kaart helaas niet voorkomen dat hij drie weken later met ander meisje de lente ging vieren.”

Van de meeste feestdagen die we in Nederland vieren kan je over het algemeen wel vertellen wat je nou precies viert. Maar hoe zit dat met de dag van Sint Valentijn? De dag van de romantische (geheime) liefde?

Het zal geen verrassing zijn dat Valentijnsdag, Lievekesdag in het Vlaams, van oorsprong geen Christelijke uitvinding is. In de tijd van de Romeinen werd op 15 februari de Lupercalia gevierd. Hiervan wordt aangenomen dat het een feest was ter ere van de beschermgodin van de vrouw en het huwelijk, Juno, en van Pan, de god van het woud, het vee en het dierlijk instinct. Het was een wild vruchtbaarheidsfeest. Ongehuwde mannen trokken de naam van ongehuwde vrouwen uit een kom, en zij waren zo een koppel gedurende het feest (en wie weet ook daarna…). Ook werden er riemen van geitenhuiden gemaakt, waarmee de mannen al zwaaiend door de straten gingen; een tik van de riem zou de vruchtbaarheid ten goede komen.

De Kerk vond het vanzelfsprekend geen goed idee dat het volk er zulke heidense en perverse gebruiken op na hield en ze kwamen met een alternatief in de vorm van Sint Valentijn. Voor de zekerheid zelfs twee! Een priester in Rome en een bisschop in Terni. De één wilde de Romeinse keizer Claudius II bekeren tot het Christendom. Daar was de keizer niet van gediend en Valentijn verdween achter de tralies. Terwijl hij daar zat kreeg hij warme gevoelens voor de blinde dochter van één van de cipiers, en hij zorgde ervoor dat ze weer kon zien. De avond voor zijn dood schreef hij haar een briefje, ‘Vaarwel, jouw Valentijn’. De andere Valentijn hielp door de Romeinen gevangen genomen Christenen, maar ook dat was niet de bedoeling. Er gaat zelfs een verhaal dat één van de Valentijns in het geheim clandestiene christelijke huwelijken sloot tussen de soldaten van de keizer en hun geliefdes. De keizer had een wet opgesteld waardoor de soldaten niet mochten trouwen, want ze waren betere soldaten zonder vrouw. Van deze wet is echter geen historisch bewijs gevonden.

De koppeling tussen Sint Valentijn en de romantische liefde zoals we die nu kennen kwam pas aan het eind van de veertiende eeuw. Geoffry Chaucer schreef For this was on St. Valentine’s Day, when every bird cometh there to choose his mate. Nou is half februari wat vroeg voor vogeltjes om hun nest te bouwen, maar het idee was geboren. In navolging van Chaucer schreven onder andere de hertog van Orléans (1415) en William Shakespeare (1600-1601, in Hamlet) erover.

En toen zij dat eenmaal deden was het hek van de dam. Zoals wij nu websites hebben voor Sinterklaasgedichten was er aan het eind van de 18e eeuw in Engeland The Young Man’s Valentine Writer, met suggesties voor romantische regels voor minder begiftigde verliefde mannen. Toen in de 19e eeuw de post gereguleerd werd, kwamen er voorgedrukte Valentijnskaarten.

Vandaag de dag zijn de kerstballen de winkel nog niet uit of er is al geen ontkomen meer aan het roze, de hartjes, de snoepjes en de roze hartvormige snoepjes.

De een verafschuwt de dag van Sint Valentijn, maar de ander (waaronder ikzelf) geniet elk jaar weer van de zoetigheid rondom Lievekesdag. Mocht je nou nog last minute op zoek zijn naar een Valentijnskaartje, kijk dan even hier. Krijg je d’r ook nog een gratis postzegel bij.

Bronnen: Wikipedia & Een jaar vol feesten van Bart Lauvrijs

Gepost op

Zweedsheid aan de muur – deel II

Inmiddels is het gewone leven weer begonnen en heb ik zomaar tijd gevonden om daadwerkelijk deze blog te kunnen schrijven over de resterende maanden van de Studio Kvinna kalender van 2020. Vorige week kon je al lezen over onder andere Stockholm en fika, hierbij de rest!

Februari – Samen
Vorige week noemde ik de Samen al, de oorspronkelijke nomadische bevolking van Lapland. Noem deze mensen vooral geen Lappen, want dat zien ze als belediging. Ze wonen in Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Een deel van de Samen volgde traditioneel de rendierkudden, voor hun melk, vlees en huiden. En die huiden gebruikten ze weer voor tenten en lekker warme kleding, zoals op deze illustratie.

April – Scherenkust
Scherenkust is een gebied met ondiep en vaak brak water en talrijke, meestal kleine rotsachtige eilanden, scheren genoemd. In Zweden vind je deze voornamelijk aan de westkust bij de provincie Bohüslan en in het oosten vanaf Stockholm tot in de Oostzee. Daar liggen duizenden kleine eilandjes, bewoond en onbewoond, die je alleen maar via het water kunt bereiken.

Juni – Haring
In Nederland zijn we er dol op, maar de Zweden doen aan haring eten 2.0. Als in juni de nieuwe haring gevangen is, wordt deze gemarineerd in allerlei sausjes. Denk aan mosterd, dille en rode bieten. Met feestdagen eet je het dan op een sneetje roggebrood. En dan is er nog ‘surströmming’; gefermenteerde haring. Wereldwijd bekend als één van de smerigste gerechten. Er wordt aangeraden om het blik met de vis buiten te openen omdat de doordringende lucht anders nog maanden in je huis blijft hangen…

Augustus – Paardje uit Dalarna
Ik denk dat iedereen die wel eens in Zweden is geweest dit paardje herkent: de Dalahäst. Häst is het Zweedse woord voor paard en Dala wil zeggen dat het uit de streek Dalarna (in het westen/midden van het land) komt. Daar maakten, aan het eind van de middeleeuwen, de boerenvaders houten speelgoedpaardjes voor hun kindertjes. Andere kindertjes wilden de paardjes ook hebben en zo groeide het eerst tot ruilmiddel en later uit tot symbool van Dalarna en heel Zweden.

Oktober – Zweeds design & Abba
Alles, ok bijna alles, ziet er mooi uit in Zweden. Zo ongeveer elk restaurant of broodjeszaak ziet er uit alsof het uit een woontijdschrift komt. De beste design klassiekers komen wat mij betreft dan ook uit Zweden (en Denemarken). Wat denk je van deze stoel, ontworpen door Yngve Ekström in de jaren zestig? Of van die toffe lamp van Poul Henningsen? En zo’n retro interieur is natuurlijk niet compleet zonder een beetje Abba op de radio.

December – Tomtes
Een tomte (of nisse) is soort van Scandinavische kabouter-elf, volgens folklore de ziel van de eerste bewoner van de boerderij. Ze zijn maximaal 90 cm hoog, de mannetjes hebben een lange witte baard en dragen een rode (punt) muts. Met kerst komen er speciale juletomtes, waarvoor er wat lekkers in de kerstboom of bij de schoorsteenmantel wordt gehangen.

Hoewel ik met pijn in mijn hart onze tomtes weer bij de kerstspullen heb opgeborgen, vind ik het nu wel fijn dat het nog bijna een heel jaar duurt totdat het weer kerst. Het gerucht gaat namelijk dat we deze zomer weer naar Zweden op vakantie gaan. Ik kan niet wachten 🙂

In de webshop staan nog een paar kalenders, mocht je em nog niet aan de muur hebben hangen en dat wel graag willen.