Gepost op

5 Scandinavische dingen waarvoor je niet naar Scandinavië hoeft

Allereerst ben ik het liefst natuurlijk wél in Scandinavië. Maar omdat het nog even duurt voordat ik weer die kant op mag, ben ik een lijstje gaan maken met vijf Scandinavische dingen die je lekker in de buurt kunt doen.

Wat Scandinavië voor mij zo fijn maakt is de rust. Er wonen weinig mensen op een heel groot stuk land en je komt eigenlijk alleen iemand tegen als je het opzoekt. Dan zijn er de eindeloze stranden aan de Deense westkust, de dichte – door trollen en elfjes bewoonde – bossen in Zweden, de mooie vormgeving van eigenlijk alles, het geluid van zowel het Deens als het Zweeds en de verhalen over vikingen, Noorse goden en sprookjesprinsessen. Ik ben er gek op en laat me er graag door inspireren voor mijn illustraties.

Kunst kijken

Scandinavië staat bekend om design; praktisch alles wat je tegenkomt is mooi. Meestal niet uitbundig of felgekleurd, maar mooi door eenvoud. De noordelijke landen staan echter niet direct bovenaan het lijstje als het gaat om beeldende kunst. Maar wat denk je van de Zweedse schilder Hilma af Klint? Ze had belangstelling voor wiskunde en spiritualiteit en dit zie je terug in wat ze maakte. Haar werk in nog t/m 25 februari te zien in een duo-tentoonstelling met Piet Mondriaan in het Kunstmuseum in Den Haag. En als je dan toch in de buurt bent, kan je gelijk in Scheveningen even het strand op 🙂

Zweedse koffiepauze

Dan is het tijd voor Fika; een Zweeds gebruik om je werk even neer te leggen en de tijd te nemen voor een kopje koffie met bijvoorbeeld een kaneelbroodje. Al gaat het niet om de koffie, maar om even los te komen van je scherm of de was om gezellig te doen met collega’s of een momentje voor jezelf te pakken. Natuurlijk geserveerd in een mooi kopje mét schotel. In Hengelo zit Røllesmølle, een Lunsjkafé waar je ook kan genieten van Zweedse kanelbulle en Kladdkaka (chocoladetaart). Superleuke plek om lekker met een vriendin bij te kletsen.

Zo ziet fika er ongeveer uit, met mooie kopjes en dito gebakjes.

De natuur in

Rust zoals je die vindt in Scandinavië is zeldzaam in Nederland. Eigenlijk hoor altijd wel ergens een snelweg en op een mooie dag ben je nooit alleen in het bos. Laatst liepen wij met de kinderen op de Sallandse heuvelrug en volgden we een kabouterpaadje. Er stonden kabouterpaaltjes voor de route en onderweg kwamen we deurtjes in de bomen tegen, hingen er puntmutsen aan een waslijn en stonden er paddenstoelen langs het pad. Zo magisch en leuk dat je er haast in gaat geloven. En ook voor grote mensen is het een prachtplek!

Uit logeren in een stuga

Als je wel eens in Zweden bent geweest, dan ben vast bekend met stuga’s. Kleine houten huisjes, vaak rood geschilderd en gesitueerd aan een meertje of in het bos (of allebei). De inrichting is eenvoudig maar wel heel gezellig. Je kan er voor naar Zweden rijden, maar bij Oet door, Scandinavië Experience in de Achterhoek, kan je ook in een stuga slapen! Compleet met houtkachel, wollen kruiken, een fijne stoel en dito uitzicht.

Natuurlijk hygge

Hygge kan natuurlijk niet ontbreken in dit lijstje, mijn ‘lijfwoord’. Hygge is de Deense kunst van het leven. Het lijkt op ‘onze’ gezelligheid, al gaat hygge verder. Kaarsen, warme drankjes, dekentjes op de bank, grote dikke sjaals en de natuur in gaan zijn belangrijke elementen. En een fijn thuis is er groot onderdeel van. Om je huis gezellig te maken kan je naar de Ikea, maar je kan ook naar Blikfang in Deventer. Hier vind je fijne Scandinavische merken om het helemaal hyggelig te maken, zoals de wollen plaids van Klippan, mooie bekers van Marimekko en fijne warme pantoffels.

Zo is het wat mij betreft een fijn lijstje met Scandinavische dingen geworden die je lekker in Nederland kunt doen. Om het lijstje compleet te maken vind je hier een heleboel Scandinavië geïnspireerde illustraties van mijn hand, om lekker bij weg te dromen.

Ik begin maar eens met fijne kop koffie en ga mijn bezoekje aan het Kunstmuseum in Den Haag plannen. 

Gepost op

Herfstbetoog

Het is eindelijk herfst! En buiten herfst het er ook lekker op los. Met regen, onweer en blaadjes overal. We hebben binnen al wat feestlampjes opgehangen, want het is best al donker in huis. En dan is het vandaag ook nog Halloween. Herfstiger wordt het niet met die pompoenen voor de deur.

Deze tijd maakt elk jaar weer allerlei verlangens in mij los, variërend van boswandelingen (bij voorkeur in Zweden, Engeland of Oostenrijk) tot dekentjes haken en van het maken van appeltaart en stoofschotels tot het schrijven en tekenen van verhalen over kabouters, boomgeesten en elfjes. Zo kan ik nog wel even doorgaan*. Gelukkig kan ik aan de meeste dingen makkelijk toegeven en zal het niet blijven bij die ene appeltaart van twee weken geleden.

Witte wieven
Het feit dat ik zo dol ben op dit seizoen, is ook wel af te leiden uit alle hyggelige, herfstige illustraties die ik maak. Waarvan ik dan weer hoop dat de mensen die ze kopen er hetzelfde fijne, warme gevoel van krijgen als dat ik had terwijl ik eraan werkte. En dan zijn er nog alle blogteksten die ik er door de jaren heen over geschreven heb. Bijvoorbeeld over hygge in de herfst, Halloween, witte wieven en een (nog on-af) verhaaltje over de bejaarde buurvrouwen Aaltje en Dina

Nou ja, over de herfst schrijven doe ik dus graag en ik moet mezelf inhouden om niet een eindeloze serenade te brengen aan de prachtig gekleurde herfsttooien in de bomen of aan de overvliegende ganzen die met luid gegak en in een perfecte V-vorm onderweg zijn naar het zuiden. En hoe ik daar helemaal niet jaloers op ben (echt niet).

Laarsjes aan
Ik merk ook dat je met een peuter en een kleuter de seizoenen nog bewuster beleeft. Zo moesten er ineens nieuwe truien, broeken en jassen komen. Voor mijn gevoel was dat dit jaar echt ineens omdat het binnen een weekend van 25 naar 12 graden ging. Daarbij zijn die twee kleintjes van mij echte verzamelaars, dus we doen maar een klein rondje zodat er tijdens het wandelen genoeg tijd is om elk blaadje en eikeltje op te rapen, uitgebreid te bestuderen en mee te nemen. En altijd laarsjes aan; want voor je het weet staan ze in een plas te springen.

Eigenlijk mag de herfst van mij wel wat langer duren zelfs. Er is nauwelijks voldoende gelegenheid om erbij stil te staan, boswandelingen te maken, paddenstoelen te zoeken en kastanje-kunstwerken te maken. Binnen no time zijn de bomen kaal en wordt de aandacht afgeleid door die man met die mijter uit Spanje en door die andere man met z’n slee uit het hoge noorden.

Toch niet alleen maar leuk
Eerlijk is eerlijk; voor mij heeft de herfst wel één nadeel, met acht poten en acht ogen (en ik krijg letterlijk kippenvel terwijl ik dit opschrijf). Ik heb echt een hekel aan spinnen. We wonen hier in een nogal boomrijke omgeving met veel insecten en waar insecten zijn, vind je spinnen. En die vinden het blijkbaar nodig om massaal dichtbij te resideren in het najaar. Laatst had een nogal grote kruisspin zijn web gemaakt vlakbij onze voordeur, waardoor je elke ochtend een soort van limbodans moest doen om naar buiten te kunnen. Totdat een onoplettende pakjesbezorger het web stukliep, de spin er na een week genoeg van had en ervoor koos om zijn heil elders te zoeken. 

Vanmiddag ga ik fijn de herfst vieren; we gaan een pompoen versieren en er staat een lekkere, verwarmende soep op het menu. 

(*Vervolg lievelingsdingen in de herfst: Luisteren naar metal, theetjes drinken bij de open haard, overal kaarsjes aan, soep koken, bokbiertjes, Harry Potter boeken luisteren, naar het tuincentrum gaan om stiekem toch alvast de kerstshow te bekijken, per ongeluk een zak pepernoten kopen, kaasfondue, spannende boeken lezen, en ik zou graag zeggen enge films kijken, maar daar houd ik eigenlijk toch niet zo van).

Gepost op

Over op markten staan

Nog een paar dagen en dan kleurt Nederland weer oranje vanwege Koningsdag. Willem-Alexander viert dan zijn 56e verjaardag én zijn eerste decennium als Koning der Nederlanden. Deze titel is in het huis Oranje-Nassau sinds 1813 doorgegeven van vader op dochter en van moeder op zoon, en al vanaf 1885 vieren we jaarlijks een feestje ter ere van onze koninklijke familie. Hoe dit precies zit kan je lezen in de blog die ik hier in 2018 over schreef 🙂

Even terug naar nu
Thuis brengen we de ochtend waarschijnlijk door voor de tv, kijkend naar de Oranjes en met een dito tompouce. Hopelijk zit het weer een beetje mee, kunnen we in het zonnetje genieten van een drankje met bitterballen en fijn struinen over de vrijmarkt, op zoek naar schatten. 

Zelf heb ik ook wel eens op de vrijmarkt gestaan tijdens Koningsdag, maar tussen de groothandelaren en tweedehands spullen vielen mijn producten een beetje uit de toon, waardoor het bij die ene keer is gebleven. Gelukkig zijn er genoeg markten die beter passen bij mijn kaartjes, mokken en kalenders. 

Denk jij er ook over om met je (zelfgemaakte) spullen aan een (creatieve) markt mee te doen? Probeer dan eerst de markt eens te bezoeken om te kijken of je erbij past. Het zou jammer zijn als je er na uren voorbereiding en tig keer heen en weer lopen naar de auto achter komt dat je jouw doelgroep bijvoorbeeld maar mondjesmaat aanwezig is.

Heb je een markt gekozen? Dan heb ik hier onder wat tips op een rij gezet om van je deelname een succes te maken.

  1. Laat zien wie je bent; zorg dat je merknaam en eventueel logo goed te zien zijn. Hang bijvoorbeeld een spandoek achterin je kraam en leg (visite)kaartjes in je stand. Deze mogen bezoekers dan meenemen voor later en je kan ze meegeven als mensen iets gekocht hebben. Zo weet iedereen wie je bent en kan je, als mensen weer thuis met een kopje thee aan de eettafel zitten, weer online gevonden worden.
  1. Zorg ervoor dat je goed voorbereid op pad gaat en neem een uitgebreide ‘uitrusting’ mee om de kraam klaar voor de verkoop te maken. Denk aan tafelkleden, touw, plakband, punaises, haakjes, scharen (minimaal 2, er is er altijd eentje weg), opladers en eventueel een verlengsnoer. Het is handig om met z’n tweeën te zijn tijdens het sjouwen, op- en afbouwen. Zorg ook voor papieren zakjes en tasjes waar je je producten in kan doen als je iets verkocht hebt en een stoel voor rustige momenten is ook wel fijn.
  1. Probeer al je producten te voorzien van een prijs, zodat mensen in één oogopslag kunnen zien wat iets kost en zo kan iemand gemakkelijk je kraam even waarnemen als je naar de wc moet bijvoorbeeld. Heb je een rek ansichtkaarten staan, dan hoef je niet alle losse kaarten individueel te prijzen, een bordje op de molen is genoeg. Zorg er daarnaast voor dat je voldoende wisselgeld en eventueel een mobiel pinapparaatje hebt. Dit laatste kan je bijvoorbeeld organiseren via Zettle.
  1. Het helpt enorm als je kraam er uitnodigend en overzichtelijk uit ziet. Zet er niet te veel spullen in, anders oogt het misschien druk en weten mensen niet waar ze moeten kijken. Maar je wil ook weer niet te weinig hebben staan 😉 . Verkoop je kleine dingen, zoals sieraden, zorg dan voor wat aankleding en een passende presentatie. Met mandjes, kratjes en houten blokken kan je voor wat speels hoogteverschil zorgen. Probeer ook wat sfeer in te brengen met bijvoorbeeld met lichtjes, vlaggetjes en verse bloemen.
  1. Lach naar iedereen die bij je kraam, zeg vriendelijk hallo en probeer aardig te blijven. Ook al duurt de dag soms lang en zeggen mensen soms (onbedoeld) onaardige dingen over de spullen waar jij zo hard op hebt zitten zwoegen. Lachen houdt het leuk 🙂

Tot slot: soms duurt een marktdag inderdaad lang, zijn er niet zoveel mensen als je gehoopt of verwacht had, komt de regen met bakken uit de lucht en lijkt het bij je buren alsof ze hun spullen gratis weggeven zo druk als het daar is. Dat zal allemaal heus een keer gebeuren (geloof me, ik weet er alles van). En als dat zo is, probeer dan vertrouwen te hebben in je eigen kunnen en denk aan de mensen die wel een glimlach om hun mond kregen toen ze jouw spullen zagen. Eet ’s avonds als je weer thuis bent een bak ijs leeg en ga er de volgende keer weer vol voor.

Want ik heb keer op keer mijn spullen het halve land door gesleept, want in the end is het toch wel heel leuk om met klanten in gesprek te gaan en hun reacties op mijn werk te zien 🙂

Alvast veel succes!

En voor nu een hele fijne Koningsdag!

Gepost op

Over verkopen in winkels

Illustrator zijn vind ik leukste dat er is, of eigenlijk moet ik zeggen; tekenen vind ik het leukste dat er is. Want ‘illustrator zijn’ is heel wat meer dan alleen maar de hele dag lekker tekenen in de zon met een havercappuccino on the side. Was het maar zo’n feest.

Ik heb ervoor gekozen om mijn werk te verkopen in de vorm van stationery en spullen als mokken en kalenders. En dat betekent dat het grootste deel van mijn tijd gaat zitten in het bestellen van kaarten en andere producten, het opsturen van bestellingen, het bijhouden van de administratie, het schrijven van content voor blogs, nieuwbrief en social media, en het zoeken naar nieuwe producten, thema’s etc.

Om mijn spullen ook daadwerkelijk te verkopen heb ik al jaren mijn webshop. En het fijne hiervan is dat ik deze er helemaal zo uit kan laten als ik zelf wil. Klein nadeel is dat maar weinig mensen helemaal spontaan op de site terechtkomen. Dus lang leve Google, Instagram, Facebook en hulde voor nieuwsbrieven (en voor de mensen die zich daarvoor ingeschreven hebben). Via deze kanalen zijn er toch een heel aantal wegen die naar www.studiokvinna.nl leiden. 

Maar ja, hoe gaaf is het als je je eigen producten in een fysieke winkel ziet liggen? Dat je voorbij een etalage loopt in een vreemde stad en dan ineens jouw schriftje met walvis achter het raam ziet liggen. Ik kan je vertellen; dat is heel tof 🙂 Bij deze winkels is dat het geval.

De vraag die gelijk op popt is dan: hoe komt dat schriftje met die walvis dan achter dat winkelraam terecht? Ook hier zijn er weer meerdere wegen om daar te komen.

De straat op
De meest rechte weg is – denk ik – door naar winkels die je aanspreken en bij je passen toe te gaan met een goed gevulde productmap (en up tot date prijslijst) en ze op de man (of vrouw) af te vragen of ze je spullen willen verkopen. Voordeel is dat men je producten goed kan bekijken, nadelen kunnen zijn dat de persoon die over de inkoop gaat niet aanwezig is of dat het om wat voor reden dan ook niet uit komt. Laat daarom altijd een visitekaartje achter, zodat je later ‘terug gevonden’ kan worden. Langs gaan bij winkels heb ik zelf ook gedaan, toen ik nog geen kinderen en wel tijd had. En je hebt er wel wat lef voor nodig. Ik kreeg vaak te horen ‘we hebben al zoveel kaarten merkjes’, zonder dat er echt naar mijn werk gekeken werd. En dat was af en toe best demotiverend. Gelukkig heb ik er ook verkopen aan over gehouden, dus het was niet voor niets.

Een iets minder rechte weg is om deze winkels te benaderen via e-mail, Instagram of Facebook. Dit is een stuk makkelijker, het bespaard reistijd en je loopt niet het risico om recht in je gezicht afgewezen te worden (om vervolgens ergens troost-taartjes te gaan eten). Maar hierbij heb je wel de nadelen dat niet alle winkels even druk zijn met het beantwoorden van dergelijke berichten en dat de ontvanger soms misschien niet de moeite zal nemen om je producten te bekijken. Al kan je met een middagje doorbikkelen wel veel meer winkels benaderen dan door fysiek langs te gaan, en er zijn in mijn ervaring ook echt winkels die hier wel voor open staan en die op deze manier klant zijn geworden.

Winkel vol Winkeltjes
Een andere manier om in de winkelstraten terecht te komen met je gave spullen is door op zoek te gaan naar winkels die winkelruimte verhuren aan kleine ondernemers en ontwerpers. In bijna elke grote stad zijn ze wel te vinden. In Utrecht zit bijvoorbeeld Winkel vol Winkeltjes, waar ik al een tijdje ‘lig’. En in Delft en Rotterdam vind je Voorlopig. Allemaal super leuke winkels met een uniek aanbod. 

Bij dergelijke winkels betaal je dan elke maand een bepaald bedrag en daarvoor mag je een plank, tafel of kaartenrek vullen met jouw producten. Aan het eind van elke maand krijg je je verkopen uitbetaald. En de winkel neemt jouw producten vaak ook mee in de eigen sociale media, waardoor je nog wat extra exposure krijgt voor je merk.

Wel is de ene winkel de andere niet, dus denk goed na voordat je besluit ergens je spullen neer te leggen. Je wil natuurlijk wel je maandelijkse investering ruim terug verdienen. Kijk in de winkel of je producten een beetje passen bij wat er al ligt en hoe het contact met de eigenaar is.

Wholesale platforms
Een ontdekking die ik zelf laatst gedaan heb, is het wholesale platform. Een online groothandel, waar je een profiel aanmaakt en je je producten plaatst, die bezocht wordt door online en stenen winkels vanuit heel Europa, de VS en Canada. Zij plaatsen dan via het platform bij jou een bestelling, die jij dan weer zelf verstuurd.

Door hierop aanwezig te zijn, zijn mijn kaarten nu ook te koop in Atlanta, Canada, Finland en Duitsland. Kan dat nog steeds niet helemaal bevatten 🙂

En mocht het allemaal nergens op uitlopen dan kan je altijd nog overwegen om je eigen winkeltje te openen 🙂 Jouw assortiment, aangevuld met merken en spullen die jij leuk vindt en die je vindt passen bij jouw producten en stijl. Atelier ruimte erbij, goeie koffiemachine, ik zie het wel zitten. Ooit.

Gepost op

Out with the old and in with the new

Man man man, je knippert een keer met je ogen en het is alweer zowat februari. Wat gaat de tijd toch snel, sorry maar geen sorry voor het lekkere cliché dat ik u hier presenteer 😉 Maar het is wel echt zo. Voor en na kerst was ik ziek – gelukkig net niet tijdens -, wat de stress die toch een beetje gepaard met deze dagen wat verhoogde. En daarom heb ik het, naast wat gewone werkdingen, lekker rustig aan gedaan deze eerste paar weken. Ik ben lekker onder een dekentje gekropen met potten thee om te drinken, mijn iPad om te tekenen en na te denken over hoe en wat in 2023. 

Afscheid of toch (nog) niet
Want het was (en is nog steeds) de hoogste tijd om op te ruimen en om ruimte te maken voor nieuwe dingen. Zowel in de webshop als in mijn hoofd 😉 Want hoe bepaal je nou wat oud is en weg moet? Of wat oud is, maar wat na een make over nog wel weer even mee kan? Waar wil je afscheid van nemen en waarvan (toch nog) niet?

Met producten zoals kaarten, prints en posters, is de keuze soms makkelijk. Want soms loopt een kaart niet en is de beslissing snel gemaakt. Maar nu ik steeds meer digitaal werk, en de wondere wereld van ProCreate heb ontdekt, merk ik dat mijn illustratiestijl wat verandert. De thema’s zijn hetzelfde: hygge, Scandinavië, buiten en bloemen en met een tikkeltje fantasie. Het zijn de kleurenpaletten, de textuur, de details en de gelaagdheid waarmee ik gaandeweg een nieuwe kant op ben gegaan. En begrijp me niet verkeerd, hier ben ik heel blij mee! 

Nieuw jasje
Het is alleen wel zo dat er hier en daar best veel verschil zit tussen mijn ‘oude’ en mijn nieuwe illustraties. En dat hoeft niet erg te zijn, al ontstaat er bij mij wel de wens om een aantal van de oude illustraties in een nieuw jasje te steken. Maar dan vraag ik me weer af of mijn lieve klanten ze dan nog wel willen kopen. 

Zoals vaak (of altijd) is het zoeken naar de gouden middenweg, maar dan zonder dat het een compromis wordt, want daar schijnt niemand echt gelukkig van te worden. Ik ben begonnen met de subtiele make over van een kaartje dat ik in 2018 maakte. Benieuwd wat je ervan vindt.

Nieuw nieuw nieuw!
De Sale in de webshop is nu in geval fijn gevuld met allerlei leuks, waarvan ik hier en daar toch met pijn in mijn hart afscheid van zal nemen. En het leuke hiervan is, dat er als vanzelf weer plek ontstaat voor nieuwe dingen. Nieuwe illustraties, nieuwe producten en nieuwe concepten. Zo staan er al negen nieuwe kaarten online! 

En ik neem nog tot half februari de tijd om de rest van jaar uit te denken. Want ga ik een nieuwe lijn geboortekaartjes maken, stort ik me op trouwkaarten of ga ik een hele feestcollectie op zetten? Ik ben benieuwd naar wat 2023 gaat brengen. 

Gepost op

Mijn woord

In 2020 volgde ik de training ‘Haal meer werk uit je illustraties’ van art director Monique van der Vlist. Twaalf weken was ik, samen met andere illustratoren, bezig met mijn werk. En dan niet met inhoud of techniek, maar met het verhaal van mij en mijn illustraties. Welke dromen heb ik en wat heb ik nodig om die waar te maken? Wat typeert mijn stijl en hoe wil ik gezien worden door de wereld? Het was een hele interessante training en ook echt leuk om andere illustratoren te ontmoeten.

Inmiddels zijn we twee jaar verder, maar het woord dat het meest is blijven hangen, als het over mijn werk gaat, is ‘Hygge’. Hygge (uitspr. Hoega) De Deense kunst van het leven, lijkt op ‘onze’ gezelligheid, al gaat hygge verder. Kaarsen, warme drankjes, grote dikke sjaals, het bos in en aardig zijn voor jezelf zijn belangrijke elementen.

Het internet staat vol met wat hygge is, en een tijdje was het nogal een modewoord (ook ik schreef er een blog over in 2018). Nu lijkt de hype gelukkig over en heb ik het gevoel dat hygge gewoon weer hygge mag zijn. Want in Denemarken is het echt de normaalste zaak van de wereld om te adverteren met ‘hyggelige’ sokken 🙂

En hoe fijn! De meest hyggelige periode van het jaar is aangebroken! Want het is herfst en de klok staat op wintertijd. De berken waar ik op uit kijk vanachter mijn bureau zijn hun blaadjes al kwijt; die vormen een mooi okergeel tapijtje in de tuin. En mijn lievelingssjaal is nooit meer dan een armlengte van mij verwijderd. 

Om het begrip toch wat meer te duiden, hierbij mijn herfst/winter hygge top 5:

Ik ben groot fan luisterboeken. Zo zijn de kerst- en de nieuwe hyggekaarten ontstaan met Harry Potter – voorgelezen door Stephen Fry – in mijn oren.

Nou was ik al groot fan van Denemarken en nu heb ik hygge helemaal omarmd, ook als het gaat over mijn werk. Niet dat ik hele dagen warme sokken aan het tekenen ben, maar wel dat ik me bij alles wat ik teken afvraag of het erbij past.

Zo heb ik afgelopen voorjaar een serie van zeven illustraties gemaakt; hygge in de lente/zomer. Waaronder een theepot geïnspireerd op Deens design, een mooie emaille kan met bloemen, een retro typemachine met een latte on the side en fijn huisje op het platteland met kipjes in de tuin. En nu zijn daar vier herfst/winter kaartjes bijgekomen. Deze vind je allemaal in de shop.

Ik ben helemaal blij met het resultaat van de training en met mijn ‘woord’. Het is een kapstok, een kompas en een state of mind tegelijk.

Gepost op

Over slapen onder de sterren

De zon schijnt en het gewone leven is weer begonnen, zowel op grote als op kleine schaal. Corona verdwijnt steeds meer naar de achtergrond; baby Jonas is al bijna negen maanden oud en slaapt de meeste nachten door. Ik ben zelfs al weer een keertje naar het theater geweest!

Nog even en de zomervakantie begint! Vroeger gingen manlief en ik met de tent op pad. Auto tot aan de nok toe vol en op avontuur naar Slovenië, Luxemburg en Italië. En in 2018 gingen we met onze rode Ford Nugget kampeerbus naar Zweden.

Helaas hebben we ons kampeerbusje niet meer, maar we hebben wel een caravan! Na twee jaar is de hoognodige make-over-fase bijna afgerond. Hij was op zich nog in prima staat, maar ik vind (vrijwel alle wat oudere) caravans niet getuigen van veel stijl. Alsof ze dachten; we kunnen niet een stofje kiezen dat iedereen mooi vindt, dus dan pakken we wel iets dat niemand echt kan waarderen.

Maar het gevoel van vrijheid, lekker buiten zijn in de natuur, slapen onder de sterren; ik hou er van! Het is natuurlijk ook niet toevallig dat het ‘thema’ kamperen vaak terugkomt in de illustraties die ik maak. Ik maak dan ook graag medekampeerders blij met mijn spullen, zoals de onbreekbare emaille mokken, vrolijke kaartjes en handige notitieblokjes. En ook als het even geen kampeertijd is, hoop ik dat mijn illustraties mensen dat kampeergevoel geven.

Wist je dat?

Vandaag de dag is kamperen voor iedereen; het feit dat je niet perse veel nodig hebt, maakt het heel toegankelijk. Maar vroeger, zeg vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, was kamperen als recreatieve activiteit iets voor de elite. Welgestelde lieden gingen toen op fietsvakantie, en zij overnachtten soms in bij hotels opgeslagen tenten. 

In 1901 werd in het Verenigd Koninkrijk ‘the Association of Cycle Campers’ opgericht door Thomas Hiram Holding, een Britse reizende kleermaker. Deze man schreef bovendien (in 1908) ‘The Campers handbook’, waarin hij voor de eerste keer, de basics van kamperen uitlegt.

Op initiatief van tentenfabrikant Carl Denig werd 1912 in Nederland de Nederlandse Toeristen Kampeer Club opgericht. Ik vind dat zo leuk klinken! Vooral bij het woord ‘club’ krijg ik gelijk allerlei beelden van opnaaipatches, autostickers en een clubblad 🙂 De club bestaat nog steeds en die had in 2019 toch nog ruim 9000 leden. 

Het eerste officiële kampeerterrein werd in 1924 geopend in Vierhouten. In de jaren dertig van de twintigste eeuw ging ook de ‘gewone mens’ steeds vaker uit kamperen. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog, toen mensen meer vrije tijd en een grotere portemonnee hadden, werd het pas echt populair.

Toch kampeerkriebels

Deze zomer laten we onze sleurhut thuis en gaan we naar een huisje in Denemarken. Kamperen met een baby en een avontuurlijk aangelegde peuter lijkt me iets te veel een uitdaging voor nu. Maar van al die rondrijdende caravans en campers begint het toch behoorlijk te kriebelen. Misschien dat we er toch een lang weekend op uit gaan binnenkort.

Gepost op

Over bloemetjes en bijtjes

Het zijn drukke dagen voor de natuur-minded mensen onder ons. Want het is la la lente! Bomen vol met bloesem, bloembollen die de grond uit knallen en heesters die in rap tempo veranderen van een paar kale takken tot weelderig groene eyecatchers. Onze keukenvensterbank staat vol met de ontkiemende bloementuintjes van supermarkt X en die worden geflankeerd door de prille eerste blaadjes van kerstomaatjes, courgettes en sperziebonen. Ik hou ervan!

Feestdag voor de planeet
Vandaag, 22 april, is het Earth day en staan we stil bij hoe mooi, uniek en waardevol onze planeet is. In Nederland lijkt het wel de zoveelste ‘Dag van…’, maar in andere delen van de wereld is het een serieuze aangelegenheid met tientallen activiteiten. De eerste editie vond al plaats in 1970 in de VS en was een gevolg van groeiend ecologisch bewustzijn door de bestseller ‘Dode lente’ (Silent Spring) van Rachel Carson uit 1962, over de nadelige gevolgen van het gebruik van pesticiden. Uit protest gingen de mensen de straat op en dat bracht – toen al – 20 miljoen mensen op de been! Het is tot op de dag vandaag het grootste eendaagse protest in de geschiedenis, maar dat terzijde. Wil je ook iets doen voor onze planeet vandaag? Plant een boom of ga op bezoek bij de bijen.

Bijtjes tellen
Dit weekend vindt ook de Nationale Bijentelling plaats en kan je meedoen met het tellen van de bijen in jouw tuin of balkon. In Nederland komen zo’n 350 verschillende bijensoorten voor! Maar tijdens de ‘teldagen’ ligt de focus op 16 soorten met de meest uiteenlopende namen; wat dacht je van het roodgatje of de viltvlekzandbij? Of van de hommelbijvlieg? Helaas is onze tuin net ‘under construction’ en daardoor één grote zandbak (tot groot genoegen van mijn tweejarige dochter). Gelukkig kun je hier elk jaar aan mee doen, dus volgend jaar zijn we van de partij!

Groene vingers
Zelf ben ik groot fan van bomen, bloemen en bijen. In een ander leven (eentje waarin wiskunde niet zo belangrijk is) had ik zo maar bioloog kunnen worden. Gelukkig zijn er in dit leven genoeg mogelijkheden om mijn groene vingers bezig houden! Straks weer fijn los in de tuin en het hele jaar door lekker tekenen en mooie spullen maken. Dit zijn mijn favoriete ‘groene’ producten uit de webshop:

  1. Moestuinposter
  2. Emaille mok met bij
  3. Groeikaart Hoera
  4. Ansichtkaart met huisje en tuin
  5. Weekplanner met bloemen

Heb jij een favoriet?

Gepost op

Mooie volksverhalen van de Lage Landen

Eind november heb ik meegedaan aan Folktaleweek, een internationale ‘drawing challenge’. Een week lang plaatste ik elke dag een illustratie op Instagram die gebaseerd was op een Nederlands volksverhaal. Elke dag had een andere thema; geboorte, ritueel, hofmakerij, zonnewende, dood, oogst en dans.

En ik vond dit echt zo leuk om te doen! In de weken voorafgaand aan de challenge heb ik mijn boekenkast en het hele internet (of in ieder geval een groot deel) doorgespit op zoek naar volksverhalen. Want als je de keus hebt uit alle sagen, sprookjes, legenden en mythen van over de hele wereld, welke kies je dan? Ik vond ieder geval dat ze bij elkaar moesten horen, dus dat ze hetzelfde land of dezelfde cultuur gemeen hadden. Na lang wikken en wegen heb ik gekozen voor Nederlandse verhalen. Vooral om aan de wereld te laten zien dat we hier dan wel niet het fantasierijke brein van Hans Christiaan Andersen of de verzameldrift van de Gebroeders Grimm, maar dat er hier toch zeker wel verhalen zijn die het delen waard zijn.

Mijn inspiratie haalde ik voornamelijk uit het boek ‘Verhalen van stad en streek’ van Willem de Blécourt, Ruben A. Koman, Jurjen van der Kooi en Theo Meder. Een loodzware paperback die volksverhalen per provincie de revue laat passeren, wat een naslagwerk! Mocht je ooit gedacht hebben dat de Nederlandse vertelcultuur saai is, dan brengt dit boek je zeker op andere gedachten.

Ik heb uiteindelijk gekozen voor de volgende acht verhalen: De Ommelebommelesteen in Urk; De koortsboom in Overasselt; De Witte Wieven in Zwiep; Het midwinterhoorn blazen in Twente; Het blauwe wolkje in Enschede; Het veulen van Volendam en De hazendans in Garderen. En nog eentje om het aan te kondigen, De zeemeermin van Edam.

Mijn plan is om van deze acht illustraties een boekje te maken, waarbij ik de verhalen op mijn manier herschrijf. En als ik ooit de tijd vind, dan ga ik dat zeker doen. Voor nu vertel ik er twee, in het kort, bij mijn twee favoriete illustraties. Alle illustraties kun je hier vinden.

In Zwiep, bij Lochem in de Achterhoek, wonen drie Witte Wieven in een leemkuil. Boerendochter Johanna en Albert zijn smoorverliefd op elkaar. Alleen vindt haar vader Albert van te lage komaf en hij ziet haar liever trouwen met de rijke boerenzoon Hendrik. Om ze beide een kans te geven stuurt de vader hen te paard naar de Witte Wieven kuil waar ze allebei een haarspit in moeten gooien om de witte wieven te tarten. Degene die het eerst terug is, krijgt de hand van zijn dochter. ‘Hendrik heeft een sneller paard, dus hij zal het winnen’ denkt vader. Maar hoe dichter de heren de kuil naderen, hoe banger Hendrik wordt totdat hij rechtsomkeert maakt. Albert gaat door, gooit het haarspit en wordt al snel achtervolgd door een furieuze witte dame. Gelukkig bereikt hij de boerderij en sluiten de staldeuren net op tijd. Hij krijgt het meisje en ze leven nog lang en gelukkig.

De tweede gaat over het midwinterhoorn blazen in Twente. Dit is niet echt een mythe of een sage, maar er zit wel een mooi verhaal aan. Want in het oosten van ons land wordt vanaf het begin van de advent tot aan Drie Koningen op de midwinterhoorn geblazen. Door de lage, verreikende en zware tonen wordt het donker op afstand gehouden en worden de demonen weggejaagd. Hierdoor lijkt de traditie zijn oorsprong te vinden bij de Germaanse joelfeesten en heeft het ook wel wat weg van vuurwerk (is mijn interpretatie 😉

Gepost op

Ho ho ho eens even

Ineens is het dan eind december. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat het überhaupt kerst zou worden dit jaar, maar over zes dagen is het al zo ver. En die zes dagen zijn hard nodig want de kerstkaartjes moeten nog geschreven worden, het menu kan nog alle kanten op en de cadeautjes zijn nog niet gekocht, laat staan ingepakt.

Het geven van cadeaus met kerst is al ouder dan Sinterklaas en de kerstman samen. Het stamt zelfs uit een tijd dat kerst nog niet eens bestond! Zowel de Romeinen als de Germanen deden het al. In het oude Rome wisselden ze mooie takken en andere kleine geluksbrengers uit op het feest van zonnegod Mithras. En de Germanen ruilden midden in de winter voedsel met elkaar om het lengen van de dagen, en daarmee de terugkeer van het licht te vieren. Later werden er ook andere geschenken gegeven en kregen slapende kinderen een kleine verrassing van de god Odin.

Daarmee werd gelijk de basis gelegd voor een figuur die niet meer weg te denken is uit onze huidige viering van dit winterzonnewendefeest, de kerstman! Hoewel er meerdere ‘voorvaders’ zijn voor de kerstman, is onze Sinterklaas misschien wel de bekendste. Het feest ter ere van Sint Nicolaas wordt in ons land al sinds de middeleeuwen gevierd. Toen de Nederlanders in de 17e eeuw naar Amerika emigreerden, namen ze deze traditie natuurlijk mee. Afgesloten van de Nederlandse cultuur en onder invloed van onder andere de Britten veranderde er hier en daar wel wat. De naam Sinterklaas verengelste naar Santa Claus en verschillende – fantasierijke – Amerikaanse schrijvers maakten het achtergrondverhaal; een pijprokende beschermer die hoog boven de bomen rijdt; een goedlachse elf die in een slee vol speelgoed wordt voortgetrokken door acht rendieren. In 1860 plaatste illustrator Thomas Nast de kerstman op de Noordpool en het plaatje is compleet.

Fun fact
De rondbuikige, bebaarde, ho-ho-ho roepende man in rood-witte outfit die we nu kennen heeft zijn look te danken aan de slimme marketing mensen van Coca Cola. In 1931 wilde het merk de verkoop uitbreiden naar een jonger publiek, maar mocht het van de toenmalige wetgeving geen kinderen tonen die cola dronken. Dus maakten ze een vriendelijke Santa Claus die het zoete drankje aangeboden krijgt van een stel kindertjes. Inclusief dus een helderrood pak met een witte bontkraag (dé Coca Cola kleuren), naast een grote koelkast vol bruine flesjes en een grote zak vol cadeautjes.

Download gratis cadeaulabels
En over cadeautjes gesproken, heb jij ze al onder de boom liggen? In een mooi papiertje en met een deftige strik? Wat ik namelijk al wel klaar heb, zijn de labels om aan de pakjes te hangen. En omdat het (bijna) kerst is wil ik deze ook met jou delen. Via deze link kan je ze gratis downloaden. Print ze op een stevig papiertje, even met de schaar erlangs, lintje eraan en klaar. Veel plezier ervan!